Deze brief is een reactie op een voorgaande brief van Geert Teisman, lees deze hier.
Beste Geert,
Wat een prikkelende brief heb je geschreven. Ik proef her en der ook teleurstelling in je woorden, zeker als je reflecteert op de fragmentatie in het publieke bestel. Die teleurstelling komt ongetwijfeld voort uit betrokkenheid en mogelijk ook wat ongeduld.
Laat ik beginnen te zeggen dat ik je analyse in grote mate herken en onderschrijf. Onlangs mocht ik een workshop begeleiden met betrokken professionals in het fysieke domein die met elkaar van gedachten wisselden over hoe ‘de verkokering’ kon worden doorbroken en niet alleen zou worden ingezet op het realiseren van de eigen doelen. Hoopgevend is dat de meeste aanwezigen inzien dat je met je opgaven alleen verder komt met een gebiedsgerichte aanpak, waarin alle belangen op elkaar betrokken worden en iedereen accepteert dat niet alles een ‘10’ kan scoren.
Ik stelde in de loop van het gesprek de vraag wat de grootste hindernis was op weg naar zo’n gebiedsgerichte en gebalanceerde aanpak. Vervolgens verzuchte een van de aanwezigen dat de meeste drempels werden opgeworpen door de eigen collega’s die hun sectorale opdracht op geen enkele manier konden relativeren … Iedereen herkende dit.
Ik blijf daar zelf met mildheid naar kijken en over spreken. Het is geen onwil, het heeft te maken met de gegroeide praktijk waarbij we de lat steeds hoger hebben gelegd. We willen niet alleen met steeds meer mensen meer in dezelfde ruimte, we hebben gaandeweg ook de eisen aan de kwaliteit van de leefomgeving (met goede redenen!) steeds verder opgeschroefd.
Als je daar in een onzekere wereld een energietransitie, een ambitie de economie te verduurzamen en een klimaatadaptatie opgave aan toevoegt, dan is het wel even zoeken …
Anders gezegd, we hebben een stelsel gecreëerd dat niet is toegesneden op de opgaven waar we voor staan. En dat verander je niet in korte tijd. In mijn jonge jaren heb ik me verdiept in de sociale systeemtheorie. De kern (althans, wat me altijd is bijgebleven en voor nu even zonder nuance) is dat sociale systemen ten diepste niet willen veranderen, zichzelf steeds herschrijven en alle verstoringen die op ze afkomen omarmen en absorberen zonder dat er daadwerkelijk iets verandert.
En toch ben ik hoopvol. Ik zie om me heen ontzettend veel bereidheid wel stappen te zetten, risico te nemen, de eigen rol kritisch te bezien en gaandeweg te accepteren dat niet alles in harde doelen via een lineair pad gerealiseerd kan worden.
Zelf frame ik het als ‘The Long and Winding Road’: we zijn op pad, hebben nog veel bochten te nemen, kennen nog niet alle bochten, maar gaandeweg komen we verder op onze reis.
Wat mij ook hoopvol stemt is dat ik heel veel bestuurders, ondernemers en burgers tref die ‘het goede’ willen doen, die actie ondernemen en bereid zijn verder te kijken dan hun eigen belang en behoefte. En wat ik soms tegen mezelf zeg: ‘kennis leidt vaak tot ongeduld en het idee dat je het beter weet dan de ander’. Dat is niet de meest vruchtbare houding om in verbinding met anderen te komen. Door dat ook tegen mezelf te zeggen ontstaat er vaak meer ruimte om de verbinding te maken. Dat betekent niet dat mijn missie verandert: het klimaat verandert, we zullen moeten verduurzamen en in balans met elkaar en de planeet moeten komen voor een vitale toekomst. En ik tref steeds meer mensen die dat ook zo zien. Of zoals een ondernemer mij antwoordde op de vraag ‘waar hoop je op?’: “Ik hoop op een perspectief voor de komende 2 à 3 generaties, ook als dat ten koste van mijn eigen bedrijf gaat. Ik heb ook kinderen.”
Die zin haal ik vaak terug in mijn hoofd. Die raakt ook aan jouw oproep dat we moeten proberen terug te keren naar het ‘algemeen belang’, in ieder geval onder ogen moeten zien dat het algemeen belang meer is dan de optelsom van talloze deelbelangen.
In je analyse maak je een drieslag:
Even verderop koppel je daar een vraag aan: “kan jij je een verantwoordingsregime voorstellen dat balanceert tussen de vraag of partijen erin slagen elkaar sterker te maken en de vraag of is bijgedragen aan sectorale ambities.”
Ik vind dat een hele mooie gedachte, Geert. Ik zou hem nog wel een slag verder willen trekken: zou het niet de norm moeten worden dat de inzet veel meer gericht is op het bijdragen aan de oplossing en dat ook de kern wordt in het verantwoording afleggen over de eigen inzet?
Ik hoor de critici in mijn achterhoofd al roepen dat dit niet kan en natuurlijk zijn er duizenden beren op de weg te bedenken. Maar los van alle instrumentele, legalistische en politieke vragen is het qua perspectief wel een mooie. Dat vergt dan wel een wezenlijk andere houding. En gedrag is het moeilijkst om te veranderen.
Wie weet, is een aantal partners bereid zo’n avontuur aan te gaan en ervan te leren: hoe ziet zo’n verantwoordingsmechanisme eruit? Hoe ga je om met flinke tegenvallers en onverwachte ontwikkelingen? Wat vraagt het van bestuur en politiek om op die manier aan hun achterban verantwoording af te leggen? Wat zijn je criteria om tot een oordeel over de gepleegde inzet te komen? Enfin, food for thought.
In jouw brief noem je een specifieke casus, het Vijfde Dorp. Omwille van mijn functie als Deltacommissaris lijkt het me niet passend om deze specifieke casus verder uit te diepen. Ik geloof niet dat een oplossing daarmee dichterbij komt. Wel wil ik er een positief voorbeeld tegenover zetten. In Rijnenburg bij Utrecht is ook al jarenlang een discussie over de toekomst van deze polder. Daar hebben partners (publiek en privaat) nu elkaar opgezocht vanuit de ambitie het voor toekomstige generaties goed te doen: met open oog voor het veranderend klimaat en de risico’s op schade en hinder, of nog erger, die dat kan opleveren als je het nu niet goed doet. Het is nog pril, en er is geen garantie dat het soepel tot een gezamenlijk breed gedragen project gaat komen, maar er is wel een onderzoekende en open houding naar elkaar toe. Alle partners vertellen – tot op heden – ook hetzelfde verhaal.
Ik weet, met verhalen richt je geen land in, maar mijn ervaring is dat projecten waar iedereen hetzelfde verhaal vertelt vaak soepeler tot uitvoering komen dan projecten waarbij dat niet het geval is. Misschien praten we te snel over geld, instrumenten en doelen en is het smeden van een gezamenlijk verhaal een onderschat element.
Ik begon met een kort door de bocht samenvatting van de sociale systeemtheorie. Ik denk dat we gaandeweg toe zijn aan een falsificatie van die theorie: als mensen veranderen dan veranderen de systemen ook. Niet plotsklaps, niet gepland, ongeorganiseerd, met weerstand, discussie en nog wat zaken, maar uiteindelijk zijn sociale systemen de weerslag van het handelen van mensen.
Nou Geert, is de reactie toch weer langer dan ik me had voorgenomen. Zullen we eens bezien of we onze reflecties in de praktijk tot werking kunnen brengen?
Hartelijke groet en tot ziens
Co
Actueel Werkwijze Energiesysteem Leefomgeving Participatie Communicatie
Wij helpen je graag verder!
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.