Van Zaltbommel tot Neder-Betuwe: vertegenwoordigers uit alle windstreken van RES-regio Rivierenland komen op een mooie septembermiddag naar Tiel voor een sprintsessie, onder leiding van NP RES, om de inzet van data voor het lokale energieysteem te ontwerpen. Het doel is om openingen te zoeken waar de regio op korte termijn mee aan de slag kan. Na een welkom door Willem van Wingerden van de RES-regio, zet Stefan van Someren, wethouder in Neder-Betuwe, meteen helder neer waar het om gaat: in het energiesysteem van de toekomst willen we de energie die we opwekken zo lokaal mogelijk gebruiken. Om vraag en aanbod van energie slim met elkaar te verbinden, heb je data nodig. Hoe pak je dat aan?
Lokale keuzes beïnvloeden energiesysteem
De sprintsessie is, zo vertelt Rijk van Voskuilen, thematrekker data en monitoring bij NP RES, bedoeld om daar in ‘korte cyclische slagen’ vanuit ontwerpend onderzoek stappen in vooruit te zetten. ‘We beginnen met een basis van geodata. Dan gaan we stevig de inhoud in: we schetsen onze ideeën en combineren deze met data op kaarten. Tot slot maken we samen een prototype om een concreet vraagstuk op het gebied van het energiesysteem met behulp van data aan te pakken.’
Lennart Lalieu, thematrekker systeemtransitie en Transform bij NP RES, voegt toe dat de transitie naar een nieuw energiesysteem soms abstract en afstandelijk kan voelen. ‘Maar’, benadrukt hij, ‘het gebeurt hier, in de gemeenten en in de regio’s. Het gaat over hoe we ons verwarmen, hoe we werken, recreëren en ons verplaatsen. Lokale keuzes op het gebied van warmte en duurzame opwek hebben invloed op het energiesysteem. Data bieden inzicht en zijn zo een middel om betere besluiten te nemen.’
Slimme combinaties op basis van geodata
Jeroen Hovens, GIS-expert data en monitoring bij NP RES, laat – online aanwezig – zien wat het voor het energiesysteem kan opleveren als je werkt met geodata: data gekoppeld aan een locatie op de kaart. Ter voorbereiding op de sprintsessie heeft hij verschillende door gemeenten en netbeheerder aangeleverde datasets ingevoerd op de kaart van regio Rivierenland. Zo brengt hij per locatie relevante data bij elkaar, bijvoorbeeld wind- en zonprojecten en bestaande en geplande onderstations van de netbeheerder. Maar ook laadinfrastructuur, bijvoorbeeld bij bedrijventerreinen of walstroomprojecten én data vanuit de gemeenten over gebiedsontwikkeling: waar zijn nieuwe woonwijken, bedrijven of voorzieningen gepland?
De met data verrijkte kaart biedt gemeenten inzichten, waarmee zij slimme combinaties kunnen ontwikkelen, aldus Jeroen. ‘Je kunt op basis van deze kaart bijvoorbeeld een zonneproject verbinden met een nieuwe woonwijk of een walstroominstallatie.’ Jeroen benadrukt dat de kaart nog lang niet volledig is. ‘We starten met wat er beschikbaar is en breiden stap voor stap uit.’
Vragen over warmte en combinatie duurzame opwek en verbruik
Tijdens een inventarisatieronde blijken in de groep talloze vragen te leven over het energiesysteem. Is onze woningbouwopgave haalbaar met het oog op het energiesysteem? Hoe laten we onze energieproductie samenvallen met de behoefte aan energie? Wat is daarbij de rol van de gemeente, en wanneer moet je dan waarmee beginnen?
Grofweg vallen de vragen uiteen in twee categorieën: enerzijds warmte en anderzijds het bij elkaar brengen van duurzame opwek en verbruik van elektriciteit. Verdeeld over twee groepen gaan de deelnemers uitvoerig met deze onderwerpen aan de slag, daarbij geassisteerd door illustrator en vormgever Robèrt Guérain, die het besprokene op papier visualiseert en inzichtelijk maakt.
Hoe duurzaam verwarmen én het net ontlasten?
In levendige gesprekken, zittend, staand of lopend langs kaarten en tekeningen, formuleren beide groepen een concrete casus om verder uit te werken. Voor de ‘warmtegroep’ betekent dit dat zij een systeem willen ontwikkelen dat inzicht geeft in de vraag hoe je de gebouwde omgeving duurzaam kunt verwarmen, terwijl je tegelijkertijd je afhankelijkheid van het elektriciteitsnet vermindert. Het systeem moet antwoord geven op vragen als: wat zijn de verschillen in maatschappelijke en individuele kosten bij een keuze voor een collectieve of individuele warmteoplossing? Wat zijn de gevolgen van die keuze voor bedrijven en inwoners? Daar zijn bijvoorbeeld data voor nodig die inzicht geven in beschikbare duurzame warmtebronnen, in de ruimte die nodig is, in het aantal warmtepompen in een wijk of straat of de bufferingscapaciteit.
Handelingsperspectief voor gemeenten
De andere groep buigt zich over de vraag hoe je duurzame opwek van elektriciteit lokaal in overeenstemming brengt met de vraag naar energie, het liefst volgens het concept Local4Local, waarbij samenwerkende energiecoöperaties hun lokale duurzaam opgewekte stroom en warmte aanbieden tegen een eerlijke prijs. De groep wil daartoe de regio indelen in gebieden, waar Local4Local toegepast kan worden, en dan binnen één van die gebieden de potentie van Local4Local definiëren. Dat biedt gemeenten handelingsperspectief om vraag en aanbod zowel ruimtelijk, systemisch als praktisch met elkaar te koppelen.
Eerste stap is gezet
Na afloop tonen organisatoren Rijk en Lennart zich enthousiast over de opbrengst van de sprintsessie. ‘Wij nemen veel informatie mee naar huis’, zegt Rijk. ‘En we gaan op basis daarvan zorgen voor huiswerk voor jullie. Daarna plannen we een vervolgsessie om de geformuleerde vragen en oplossingsrichtingen verder uit te werken.’ Ook wethouder Stefan van Someren is tevreden. ‘Er valt nog veel te ontdekken’, zegt hij. ‘Maar we hebben een eerste stap gezet.’ Lachend: ‘En je moet tenslotte ergens beginnen!’
Interesse?
Heb je interesse in een sprintsessie of informatie over data en het energiesysteem? Neem dan contact op met Rijk van Voskuilen (r.van.voskuilen@npres.nl) of meld je aan voor de sessie over dit onderwerp op het Congres Regionale Energie en Lokale Warmte op 13 november in Utrecht.
Meer informatie