Blog Pascale Georgopoulou: Het gouden randje van regionale samenwerking

16-01-2025
410 keer bekeken

In de energietransitie biedt regionaal samenwerken in de ‘tussenruimte’ kansen voor experimenten, betrokkenheid en wendbaarheid. Deze manier van samenwerken ontbreekt opvallend genoeg in de VNG-verenigingsdialoog over regionale samenwerking. Lessen hieruit kunnen regionale samenwerking versterken.

Stel je neemt De Nachtwacht. Je haalt een kleur weg uit het schilderij. Bijvoorbeeld de kleur goud. Hoe ziet het schilderij er dan uit? De schutterscompagnie zou er een beetje zwart, bruin en grijs bijstaan, beetje onopvallend, zou niet meer uit het schilderij springen. Er zou minder contrast, diepte en warmte zijn, minder kracht. Goud, en dat geldt voor alle andere kleuren ook, is onmisbaar.  

Ik moest eraan denken bij het lezen van de uitkomsten van de digitale verenigingsdialoog van de VNG over regionale samenwerking. Een erg belangrijk onderwerp, vaak onderzocht en geanalyseerd en becommentarieerd en de laatste jaren alleen maar complexer en urgenter geworden. Op zich wil iedereen wel samenwerken, maar hoe? Goed dat de VNG haar leden heeft uitgedaagd om hierover na te denken. Uit alle beelden, thema’s en obstakels moet een visie met echte oplossingen ontstaan. De dialoog waaraan in vier stappen telkens ongeveer 300 leden (raadsleden, wethouders, burgemeesters, ambtenaren) hebben deelgenomen bracht interessante thema’s naar voren. Ik noem het maar even ‘de klassiekers’, namelijk democratische legitimiteit, rol- en taakverdeling en de betrokkenheid van stakeholders (overheden, inwoners, bedrijfsleven, maatschappelijke partners). Maar ik mis een belangrijk thema. Dat is de ‘tussenruimte’ als vorm van regionale samenwerking die we zien in de energietransitie.  

De ‘tussenruimte’ als samenwerkingsvorm 

De energietransitie is een van de grootste maatschappelijke opgaven van onze tijd. Het gaat niet alleen om het energiesysteem van de toekomst en welke techniek daar dan geschikt voor is, maar ook over hoe we allemaal samen de gestelde doelen gaan bereiken. Hoe komen we tot duurzame, betrouwbare en toekomstbestendige energievoorziening? Hoe is en blijft die betaalbaar en toegankelijk voor iedereen? Gemeenten, provincies, waterschappen, netbeheerders en maatschappelijke partijen maken gezamenlijk plannen om de energietransitie vorm te geven. Deze samenwerking wordt steeds intensiever en speelt zich af in de zogenaamde ‘tussenruimte’. Samenwerking die niet binnen de bestaande formele structuren plaatsvindt, maar ernaast. Partijen kunnen in die ‘tussenruimte’ experimenteren, nieuwe verbanden leggen en sneller inspelen op veranderingen.  

Het viel mij dus op dat de tussenruimte als samenwerkingsvorm in de verenigingsdialoog ontbreekt.  Het kan natuurlijk zijn dat de dialoog zich meer heeft gericht op de algemene aspecten van samenwerking en de klassieke hoofdbrekers. Het kan ook zijn dat bij regionale samenwerking als eerst verbonden partijen en gemeenschappelijke regelingen oppoppen, omdat deze nou eenmaal regelmatig op de gemeentelijke agenda staan. Tegelijk kunnen juist de ervaringen en lessen uit de samenwerking in de energietransitie waardevolle inzichten bieden voor andere samenwerkingspuzzels. 

Gemiste kans

De ‘tussenruimte’ biedt kansen, maar brengt ook uitdagingen met zich mee. Exact dezelfde als elke andere samenwerkingsvorm: de democratische verankering, rollen en participatie. Juist daarom zou het helpen om ook de ‘tussenruimte’ expliciet mee te nemen in de dialoog over regionale samenwerking. En dan met name drie aspecten:  

  • Bestuurlijke vernieuwing: de ‘tussenruimte’ kan een plek zijn voor experimenten en innovatie; later krijgen deze een plek binnen formele structuren en kunnen ze worden opgeschaald. 
  • Betrokkenheid en lokaal eigenaarschap: het betrekken van inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties bij de energietransitie reikt verder dan dit thema alleen. Investeren in betrokkenheid is breder en versterkt zelfs het draagvlak voor regionale besluitvorming. 
  • Wendbaarheid: partijen die samenwerken in de ‘tussenruimte’ kunnen sneller inspelen op veranderende omstandigheden, zoals nieuwe wetgeving of technologische ontwikkelingen. 

Wat mij bezighoudt: wordt informele en vrijwillige samenwerking misschien niet ervaren als regionale samenwerking? Zou die vorm van samenwerking een andere naam moeten hebben? Of is het een gemiste kans om de inzichten van die samenwerkingsvorm niet te onderzoeken? Hopelijk komt er in het vervolg wel voldoende aandacht vooronderzoek naar de ‘tussenruimte’ als een vorm van regionale samenwerking. Vergelijk het met een onmisbare kleur in een schilderij. Die maakt het plaatje compleet.

Pascale Georgopoulou is thematrekker Volksvertegenwoordigers bij het Nationaal Programma RES. 
Ontdek meer over de rol van volksvertegenwoordigers bij de ontwikkeling en de uitvoering van de regionale energiestrategie.

 

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Bekijk ook

Cookie-instellingen