Twee fracties, las ik in de krant, stelden recent schriftelijke vragen over de Voortgangsrapportage RES Zuid-Limburg. De gemeente Beekdaelen moet in 2030 volgens het plan 0,109 TWh gerealiseerd hebben, maar zit nu ongeveer op een tiende daarvan. Het college reageerde met een toelichting op de problemen op het elektriciteitsnetwerk, het uitsluiten van windenergieprojecten vanwege de AWACS-basis, natuurgebieden en hobbels in de samenwerking in de regio. De voortgangsrapportage werd precies benut waarvoor zij bedoeld is: informeren, zodat de raad vinger aan de pols kan houden.
De RES-voortgangsrapportage wordt elke twee jaar gemaakt door de RES-regio’s. Ze wordt vastgesteld door colleges, Gedeputeerde Staten of het dagelijks bestuur van waterschappen. Vervolgens wordt ze ‘aan de gemeenteraden’ of ‘aan de Staten’ ter informatie aangeboden. De toon is informerend, verantwoordend: dit hebben we gedaan, dit staat op stapel, dit zijn de risico’s. Soms wordt dat kraakhelder opgeschreven (complimenten!), soms blijft het hangen in termen als ‘programmeren’ of ‘doorwerken in de uitvoering’. Het varieert dus van glasheldere besluitroutes tot infographics die mooi ogen maar weinig besluitinformatie bieden. Wie op zoek is naar een besluitmoment moet dat zoeken in andere trajecten. Denk aan de aanpassing van een omgevingsverordening of de wijziging van een omgevingsplan.
Positief, neutraal of negatief?
Ik vind de plek van volksvertegenwoordigers in de voortgangsrapportages overwegend neutraal met een positieve rand. Neutraal, omdat de rapportage vooral informeert en monitort. Volksvertegenwoordigers krijgen zicht op tempo, draagvlak en knelpunten. Positief, omdat steeds meer regio’s de betrokkenheid van volksvertegenwoordigers expliciet organiseren, hetzij via duidingssessies, hetzij via een herkenbare ‘volksvertegenwoordigers’-paragraaf. Ik zie zeker geen systematisch omzeilen van gemeenteraden en Provinciale Staten. In de context van de voortgangsrapportage zijn volksvertegenwoordigers controlerend. Ze zijn vooral bezig met checklists: spiegelen, kijken, vragen stellen. Zodra het dossier de weg op gaat richting bestemmingsplan, investeringsbesluit of locatiekeuze, moeten ze de richtingaanwijzer aanzetten en voorsorteren. Zo schuift hun rol onmiskenbaar naar kaderstellend en volksvertegenwoordigend.
Kunnen volksvertegenwoordigers beter in positie komen?
Na het lezen van deze voortgangsrapportages is voor mij het beeld helder: de rapportage is een achteruitkijkspiegel, maar geen stuur. Dat helpt gemeenteraden en Provinciale Staten, een kruispunt verderop, richting te bepalen: bij besluitvorming over verordeningen, plannen, ontwikkellocaties en geld. Zolang de rapportage vooral beschrijft en niet expliciet koppelt aan het eerstvolgende besluitmoment, blijft de democratie informerend meelezen in plaats van richting geven. Dat is niet per se slecht; transparantie en tempo winnen er vaak bij. Maar het kan slimmer, dichterbij en herkenbaarder.
Ik heb drie suggesties die samenhangen met de inhoud, de planning en de traceerbaarheid. Schrijf bijvoorbeeld in elke voortgangsrapportage bij elk thema niet alleen wat er gebeurt, maar ook wie wanneer iets binnenkort moet besluiten. Noem de commissie, het verwachtte kwartaal en het instrument dat op tafel komt: verordening, plan, projectbudget. Plan daarnaast als betrokken overheid één of twee vaste duidingsmomenten per jaar voor alle fracties, gekoppeld aan bijvoorbeeld de begrotingscyclus. En maak de doorwerking traceerbaar. Laat in een overzicht zien hoe een punt uit de voortgangsrapportage uitmondt in een concreet besluit, met linkjes naar stukken zodra die er zijn. Regio’s die al een paragraaf ‘Volksvertegenwoordigers’ opnemen liggen voor, daar zijn de rit, de verkeersregels en de rijbaan zichtbaar. De verbetering zit minder in nieuwe structuren en meer in helderheid. Gebruik minder abstracte megawatts en meer concrete plannen. “Bij X komen mogelijk drie windturbines, in kwartaal Y kiezen we tussen variant A en B, dit is de inspraakroute en dan neemt de raad of PS een besluit”.
Op deze manier verandert de voortgangsrapportage van verslag in voorsorteerstrook: volksvertegenwoordigers zien niet alleen wat er op de weg is, maar ook waar zij straks moeten sturen. Democratische invloed wordt dan geen toevalstreffer, maar een geplande controlepost om koers en tempo te bevestigen of bij te stellen richting de energiedoelen.