De helft van de duurzaam opgewekte stroom in de regio Alblasserwaard - gemeenten Gorinchem en Molenlanden - moet komen van windenergie. Zo is het afgesproken in de RES, vertellen Rob Berkers, coördinator, en Michel Simons, projectmanager windenergie bij de RES-Alblasserwaard. ‘Zo’n 25% van het windaandeel in dit RES-bod komt van drie bestaande en twee vergunde windturbines’, zegt Rob. ‘Er moet dus nog aardig wat wind bij.’
De twee daarvoor aangewezen zoekgebieden in de RES 1.0 vielen om verschillende redenen in 2022 af. ‘Toen stonden we met lege handen’, blikt Rob terug. De regio begon daarop weer helemaal bij nul met zoeken naar mogelijke windlocaties. Dat leverde drieëntwintig opties op, waarvan er zes overbleven om verder te verkennen. Nadat er daar in 2024 nog vijf van afvielen, vanwege de aanwezigheid van werelderfgoed en weidevogels, is er nu nog één optie over: locatie S in Gorinchem-Noord, waar ook de al vergunde windturbines komen te staan.
Alle grondeigenaren aangeschreven
In dit uitvoerige windverkenningsproces spelen grondeigenaren een bijzondere rol, zegt Michel. ‘Veel RES-regio’s kunnen voor windprojecten gebruikmaken van gronden van Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer of het waterschap. In onze regio is de meeste grond in bezit van agrariërs en ondernemers. Het leek ons dus verstandig om tijdig met hen in gesprek te gaan over hoe zij tegenover windturbines op hun grond staan.’ Concreet betekent dat dat de RES-organisatie op het moment dat de drieëntwintig mogelijke locaties in beeld waren, álle grondeigenaren in die gebieden een brief schreef. ‘Dat waren er wel een paar honderd’, zegt Michel. ‘We vroegen hen contact met ons op te nemen als ze met ons in gesprek wilden. Dat leverde een open gespreksronde op, en een notitie waarin we, zonder naam en toenaam, de opvattingen van de grondeigenaren hebben samengevat en gedeeld.’
Grondeigenaren kampen met dilemma’s
Was het wel nodig om al die eigenaren te benaderen, terwijl het grootste deel van die drieëntwintig locaties nog zou afvallen? ‘Ja, wij vonden van wel’, zegt Rob. ‘We vonden het belangrijk dat zij wisten dat dit speelt, voordat ze het in de krant zouden lezen. Dat heeft ook goed gewerkt, er ontstond destijds onder hen geen onrust. Bovendien was de gespreksronde voor ons heel leerzaam.’ De gesprekken leverden een gemêleerd beeld op: sommige grondeigenaren zagen wel brood in windturbines op hun erf, anderen twijfelden of wilden helemaal niet meedoen. ‘We kregen goed inzicht in de dilemma’s waar grondeigenaren mee worstelen’, zegt Rob. ‘Enerzijds kan een windmolen op hun grond aantrekkelijk zijn vanuit financiële overwegingen en de continuïteit van hun bedrijf. Anderzijds hebben ze te maken met buren en dorpsgenoten die soms fel gekant zijn tegen windturbines. Dat zijn mensen die zij in de supermarkt, bij de sportclub of in de kerk tegenkomen. Grondeigenaren willen niet dat buurtbewoners hen met de nek aankijken als zij meewerken aan windturbines op hun erf.’
Belang van lokaal eigendom
Toen er, na een uitgebreide technische verkenning, van de drieëntwintig locaties nog zes over waren, organiseerde de RES Alblasserwaard een informatieavond specifiek voor grondeigenaren in de gebieden rond die plekken. ‘Dat was een heel nuttige avond in een veilige en goede sfeer’, zegt Rob. ‘Er kwamen vooral grondeigenaren die willen meedoen, of in ieder geval meer willen weten. We hebben hen van informatie voorzien over de manieren waarop zij kunnen participeren in windprojecten, van mee-investeren en zelf exploiteren tot profiteren van een vergoeding voor het grondgebruik. We hebben hen geïnformeerd over het belang van lokaal eigendom, samenwerken met een energiecoöperatie en het delen van de opbrengst met de omgeving. En hen in lijn daarmee geadviseerd niet te snel in zee te gaan met een commerciële partij, al zijn ze daar natuurlijk vrij in.’
Sociale druk vanuit de gemeenschap
De volgende stap in het traject met de eigenaren was een online enquête, vertelt Michel. Net als de eerdere gesprekken, leverde ook die een gemengd beeld op van voor- en tegenstanders: van ondernemers die graag wilden mee-investeren tot eigenaren die niks wilden. ‘Zo’n 80% van de respons was min of meer positief’, zegt Rob. ‘Dat algemene beeld hebben we gedeeld met de gemeenteraad.’ Naast het traject met de grondeigenaren, investeerde de RES Alblasserwaard veel in het informeren van inwoners, onder andere via informatieavonden, inspraakmomenten en een online raadpleging, ingevuld door ruim 2.500 inwoners. Ook daar was het beeld gemêleerd: van het ‘stille midden’ tot tegenstanders die zich heftig verzetten. ‘De raadsleden kregen ook mee dat er veel protest was’, aldus Rob.
De RES-organisatie overwoog om de grondeigenaren ook in gesprek te laten gaan met de raad. Rob: ‘Op die manier wilden we de raadsleden laten zien dat het beeld genuanceerd was en dat er ook eigenaren waren die positief stonden ten opzichte van wind en die benadrukten dat windenergie cruciaal is voor de leveringszekerheid van stroom en daarmee voor de lokale economie.’ Uiteindelijk zijn die gesprekken niet doorgegaan. ‘We hebben ervan afgezien vanwege de sociale druk vanuit de gemeenschap’, zegt Rob. ‘Het zou schadelijk kunnen zijn voor de grondeigenaren en een deel van hen wilde om die reden ook zelf niet meedoen.’
Hoe ver ga je als overheid in sturen op windenergie?
Al met al zijn Rob en Michel tevreden over hoe de participatie- en informatieprocessen tot nu toe zijn verlopen, ook al was – en is – het niet gemakkelijk. ‘Je hebt veel geduld en doorzettingsvermogen nodig’, zegt Michel. Beiden benadrukken het belang van vroegtijdige en open communicatie naar inwoners én grondeigenaren. Maar dan nog blijven er ingewikkelde dilemma’s over, aldus Michel. ‘De vraag blijft hoe je het in goede banen leidt als agrariërs in het dorp niet meer worden aangekeken wanneer ze in windenergie stappen. Dat spanningsveld tussen eigenaren en inwoners los je niet zomaar op, ook al communiceer je nog zo zorgvuldig.’
Een ander dilemma is hoe ver je als overheid gaat in het sturen op windenergie, bijvoorbeeld als het gaat om het aankopen van grond. Michel: ‘Er zijn weinig gemeenten die zelf investeren in windenergie of grond aankopen, omdat je dan als overheid ook een risicodragende rol speelt. Maar misschien zal dat in de toekomst wel moeten. Wat doe je als grondeigenaren niet willen meewerken, maar je toch windenergie nodig hebt? Zet je dan het voorkeursrecht in om als gemeente grond aan te kopen en er windturbines neer te zetten? Moeten we niet meer toe naar een vorm van toelatingsplanologie, waarin je als overheid stuurt op ruimte voor windenergie? Dat zijn belangrijke vragen, waar we de komende jaren zeker mee aan de slag moeten.’
Of de nieuwe windturbines op de overgebleven locatie S er daadwerkelijk komen, is nog niet beslist. ‘Besluitvorming daarover is in voorbereiding’, zegt Rob. ‘Er vindt onder andere nog ruimtelijk en ecologisch onderzoek plaats.’ Ook de ontwikkeling van een bedrijventerrein in de buurt speelt mee, vult Michel aan. ‘Als dat bedrijventerrein er komt, kunnen nieuwe windturbines direct bijdragen aan de energievoorziening van het terrein. Dat kan, ook gezien netcongestie, een interessante optie zijn.’
Meer informatie
Contactpersonen
- Rob Berkers, coördinator RES Alblasserwaard, e-mail
- Michel Simons, projectmanager windenergie RES Alblasserwaard, e-mail