Raadsbetrokkenheid ontstaat door het concreet te maken

Hoe kunnen raden bewuste afwegingen maken als het gaat om energievraag, aanbod, transport en flexibel gebruik? Het nieuwe Regionaal Programma Energievoorziening (RPE) wordt het kader om dergelijke projecten te beoordelen. In de RES Stedendriehoek stond dat centraal tijdens een raadsinformatieavond.

De energietransitie wordt pas politiek als je hem kunt aanwijzen: hier, nu, met deze keuzes. Precies dat is de stap van de RES 1.0 naar het Regionaal Programma Energievoorziening (RPE) Regio Stedendriehoek. Het RPE sluit aan bij de werkelijkheid van nú, waarin netcongestie, decentrale opties en veranderende landelijke kaders het tempo en de volgorde bepalen. Precies dát ‘concreter maken’ stond centraal tijdens een raadsinformatieavond op 7 oktober jl. die door vijfentwintig raadsleden werd bezocht. Het programma begon plenair met een terugblik op het traject van informeren en betrekken van de raden en de zienswijzen op het ontwerp-RPE. Programmamanager RPE Matthijs van der Jagt benadrukte het informele karakter van de avond. Doel van de bijeenkomst is inzicht bieden in hoe het RPE kan helpen om afwegingen en keuzes te maken over de energievoorziening in de gemeenten. “De avond dient ook ter ondersteuning van de besluitvorming over het RPE de komende maanden”.

In gesprek over concrete casussen

De inleiding werd gevolgd door drie casussen over ruimtelijke plannen binnen de regio. De eerste casus ging over de bovenlokale herontwikkeling van de voormalige papierfabriek De Hoop in Eerbeek. Op het fabrieksterrein is een zware stroomaansluiting op het landelijke hoogspanningsnet van TenneT aanwezig. De provincie onderzoekt de mogelijkheid om deze aansluiting te gebruiken voor een nieuw energiesysteem, inclusief batterijenpark voor het papier- en kartoncluster in Eerbeek en Loenen. Tegelijkertijd biedt deze ontwikkeling kansen voor het verminderen van de stikstof- en CO2-uitstoot. De tweede casus ging over huisvesting van Oekraïners in Lochem. Bij het realiseren van de woningen is energiecoöperatie LochemEnergie betrokken om mee vorm te geven aan reële energie-opties bestaande uit een combinatie van zonnepanelen, warmtepompen en batterijopslag waarin de gemeente zelf investeert. Raadsleden kregen een kijkje achter de schermen van dit project, hoorden hoe door overmacht creativiteit ontstaat en hoe men van individueel naar collectieve oplossingen ging. Tot slot kwam het verhaal van De Mars in Zutphen, één van de grootste bedrijventerreinen van Gelderland. Vier grote opwekkers en gebruikers van energie werken daar aan de ontwikkeling van een smart energy hub (SEH), bestaande uit windmolens, zonne-energie op dak en op land, batterijopslag en een warmtenet. Ook bij dit project zijn de gemeente en de lokale energie-coöperatie Zutphen Energie de belangrijke steunpilaren.

Netcongestie, gebrek aan regelgeving en werkafspraken om bestaande energie infrastructuur efficiënter te mogen benutten maken de drie genoemde initiatieven uitdagend. Het is belangrijk dat deze projecten er zijn en dat de initiatiefnemers volhouden. Zo zorgen het beter benutten van energie-infrastructuur en lokale samenwerking voor aanzienlijke versnelling, kostenbesparing, ruimtelijke optimalisatie, draagvlak en een betrouwbare energievoorziening. In de drie casussen was de boodschap dezelfde: ze passen naadloos bij het RPE en het eindbeeld dat de regio Stedendriehoek voor zich ziet voor de energievoorziening van de toekomst. De energietransitie vraagt om een onderzoekende aanpak en pionieren, om te leren wat wel en wat niet kan. De avond werd afgesloten met een informatiemarkt met maatschappelijke partners — van LTO en Saxion tot Rabobank, de samenwerkende energiecoöperaties en Liander — waar raadsleden mee in gesprek konden over hun rol in de energievoorziening van de toekomst.

Informatief, maar complex

De energietransitie is complex en voor raadsleden is het lastig het geheel te overzien. Regelmatige, vraaggestuurde kennissessies helpen om een kijkje achter de schermen te werpen en om experts en lokale partners te ontmoeten. Die opzet werkte. Raadsleden gaven aan dat de casussen inzichtelijk waren: je ziet meteen wat fasering, opslag of een smart energy hub betekenen voor netbelasting en omgeving. De kanttekening klonk ook: “Het is veel, waar beslissen we nu precies over?” Dat is een terechte vraag. Het RPE is een regionaal omgevingsprogramma. De lokale keuzes over locatie, tempo en combinatie van bronnen (zon, wind, omgevingswarmte, geothermie) landen in gemeentelijke besluiten en programma’s. Het RPE helpt om varianten te wegen op betaalbaarheid en betrouwbaarheid. Een raadslid zei desgevraagd dat de bespreking van de casussen zeer informatief was. “Ik krijg er een beter beeld van. Het gaat om veel technische aspecten, maar dat vind ik juist interessant. Of ik er in mijn werk als raadslid morgen iets mee kan? Lastig te zeggen. Het is vooral informatief en inspirerend.” Een kritische noot ontbreekt niet. “Veel loopt vast op Liander, omdat er geen netcapaciteit is”, zegt een raadslid. Een ander raadslid weet wel dat hij binnen de eigen gemeente wat vragen over ondersteuning van ondernemers gaat stellen aan de wethouder.

Van papier naar praktijk

De avond liet zien: betrokkenheid groeit met concreetheid en kennisdeling. Door casussen te bespreken, partners aan tafel te hebben en het systeembegrip te vergroten, ontstaat de ruimte voor politieke weging. Zolang we netcongestie erkennen als systeemvraagstuk kunnen we met energiebesparing, een gevarieerde lokale opwekmix, opslag en samenwerking tóch stappen zetten.

Afbeeldingen

Cookie-instellingen