Integraal programmeren leidt tot denken in oplossingen

Piet Ackermans en Irene Lammers in een tuinOp de foto Piet Ackermans en Irene Lammers. Mary van der Torre kon helaas niet aanwezig zijn bij het maken van de foto.
16-02-2023
1480 keer bekeken

West-Brabant was al begonnen met programmeren en prioriteren van de opwek in het energiesysteem. Deelname aan de landelijke pilot integraal programmeren heeft hun nieuwe inzichten gebracht. ‘We hebben nu duidelijkheid over waar we als netbeheerders, samen met anderen, de focus moeten leggen.’

‘Piet, zal ik jou trouwens op de pMIEK-lijst zetten?’, vraagt Irene Lammers na afloop van het interview aan Piet Ackermans. Irene werkt als projectmanager bij de provincie Noord-Brabant, Piet Ackermans is opgaveleider duurzaamheid bij de gemeente Oosterhout. ‘Dat is een van de winsten van de pilot integraal programmeren’, lachen beiden. ‘Dat we elkaar nu kennen en weten te vinden.’ Dat geldt ook voor de netbeheerders, voegt Irene toe. ‘Tot een jaar geleden waren netbeheerders voor mij onbekende mensen met onbekende discussies. Nu zitten we met hen om de tafel.’ Mary van der Torre (senior partner energietransitie bij netbeheerder Enexis) knikt instemmend. ‘Via de RES werkten we al goed samen in West-Brabant’, zegt zij. ‘Maar dan vooral rond duurzame opwek. Nu kijken we breder, en betrekken we ook andere sectoren en ontwikkelingen bij het integraal programmeren van het energiesysteem. Dat is noodzakelijk en leerzaam.’

Pilot: mooie vervolgstap

West-Brabant deed in het najaar van 2022 - net als Zeeuws-Vlaanderen en Noord-Holland Noord - mee aan de landelijke pilot integraal programmeren. De regio ontwikkelde vanuit de RES 1.0 zelf al een systematiek om duurzame opwekprojecten te programmeren en prioriteren, met als doel het energienet zo min mogelijk te belasten. Deelname aan de landelijke pilot was voor West-Brabant een mooie vervolgstap. ‘De bewustwording dat je bij het plannen van ontwikkelingen rekening moet houden met het elektriciteitsnet, was er in de regio al’, zegt Mary. ‘En West-Brabant is een interessante regio voor een bredere pilot als deze, omdat we een gebied van uitersten zijn, met enerzijds veel landelijk gebied, anderzijds ook zware industrie in het Moerdijkgebied.’

Datagedreven aanpak op middellange termijn

West-Brabant richtte zich in de pilot op mogelijke knelpunten op onderstations van Enexis (regionaal netbeheerder) en Tennet (landelijk netbeheerder) op middellange termijn (2030). Die periode sluit aan bij de termijnen van de investeringsplannen van de netbeheerders. Bovendien was een landelijke taskforce al aan de slag met netschaarste op korte termijn, en staat in een provinciale studie naar het Brabantse energiesysteem het langetermijnperspectief centraal. Voor de pilot onderzocht adviesbureau Berenschot, in samenwerking met de regio, welke belasting de komende jaren terechtkomt op alle onderstations in West-Brabant en waar die belasting vandaan komt: bijvoorbeeld van de opbrengst van zonne- en windprojecten of van extra vraag vanuit verduurzaming van de industrie, uit woningbouw, mobiliteit of landbouw.

‘In het advies dat de pilot heeft opgeleverd, zie je op kaarten, visueel weergegeven in de tijd, heel duidelijk op welke onderstations knelpunten te verwachten zijn en welke oorzaken die hebben’, zegt Irene. De regio is daarbij vooral datagedreven te werk gegaan, voegt zij toe. ‘We hebben op grond van aangeleverde data van bijvoorbeeld gemeenten, netbeheerders en industrie op een rij gezet welke ontwikkelingen en ambities het elektriciteitsnet de komende jaren in de regio mogelijk moet maken en waar dat spaak dreigt te lopen. We concentreerden ons dus op het verkrijgen van inzicht. We hebben nog geen energievisie of afwegingskader ontwikkeld, alhoewel dat wel stappen zijn in de handreiking van de landelijke Werkgroep Integraal Programmeren. Dat bleek een brug te ver in de beperkte tijd en in onze gevarieerde regio. Ook aan de overige stappen uit de handreiking – zoals het ontwerpen en kiezen van ontwikkelvarianten – zijn we nog niet toegekomen.’

Pilot leert integraal te kijken naar energiesysteem

Desondanks zijn Irene, Piet en Mary blij met de opbrengsten van de pilot. Zij vinden het vooral leerzaam dat je door integraal programmeren leert ontwikkelingen in je regio heel breed te bekijken in relatie tot de capaciteit van het elektriciteitsnet. ‘Wij hadden op basis van de RES 1.0 al inzicht in de gevolgen van duurzame opweklocaties voor het elektriciteitsnet’, zegt Piet. ‘Door de pilot heb ik geleerd dat je dat veel integraler moet bezien. Waar is nieuwbouw gepland? Wat gaat de industrie doen? Hoe gaat mobiliteit zich verduurzamen? Als je dat allemaal samen in de tijd afzet tegen het energiesysteem, zie je pas echt waar knelpunten komen. Ik dacht bijvoorbeeld altijd dat woningbouw de grootste impact op het energienet heeft, maar dat blijkt de elektrificatie van de industrie te zijn, terwijl je daar als gemeente weinig invloed op hebt.’ Ook voor bestuurders in de regio is die bewustwording belangrijk, vult Irene aan. ‘Omdat wij de pilot hebben uitgevoerd op het niveau van de RES-regio, lag de bestuurlijke aansturing in handen van de stuurgroep RES. Zij moesten dus ineens ook over mobiliteit en bedrijventerreinen praten, in plaats van alleen over duurzame opwek. Het besef dat het energiesysteem een optelsom is van uiteenlopende maatschappelijke ontwikkelingen, vergde van hen een omslag in het denken.’

Integraal programmeren: complexe puzzel

De pilot brengt ook struikelblokken aan het licht, heeft West-Brabant ervaren. ‘Het verzamelen van data kostte ons heel veel tijd’, zegt Mary. ‘Het lastige is namelijk dat je daar eindeloos mee door kunt gaan. Het bleek onder andere ingewikkeld om de juiste data vanuit de industrie te krijgen. De les is dat je ergens een moment moet prikken, waarop je besluit dat je voldoende data hebt.’ Een ander moeilijk punt bleek dat niet alle betrokkenen voldoende het belang ervan in zagen om buiten de energiekolom te denken. Irene: ‘Vooral het meekrijgen van andere disciplines dan energie was lastig. Ik had gehoopt dat we op basis van de data die we hadden, een brede, integrale visie konden opstellen met oplossingsrichtingen voor de knelpunten in het energiesysteem. Maar dat was te simpel gedacht. Ook voor het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK), dat alle provincies eind maart moeten opleveren, moet je een energievisie maken. Maar dat gaat echt niet in zo korte tijd in een complex en veelzijdig gebied als het onze.’ Een uitdaging is bovendien, aldus Piet, dat alle gemeenten in een regio moeten meewerken, terwijl de ene gemeente in dat besef al veel verder is dan de andere. ‘Gemeenten moeten zich realiseren dat we van elkaar afhankelijk zijn in het energiesysteem. Alles hangt met elkaar samen. Geen enkele gemeente kan achteroverleunen. Integraal programmeren stelt gemeenten voor complexe puzzels, en dat terwijl we allemaal ook met personeelstekorten te maken hebben.’

Tips voor integraal programmeren uit de pilot West-Brabant

  • Ga niet eindeloos door met het verzamelen van data. Prik een moment waarop je besluit dat je voldoende data hebt.
  • Versterk bestuurlijk en ambtelijk het besef dat bij integraal programmeren ook andere disciplines betrokken zijn dan alleen energie.
  • Houd er rekening mee dat de ene gemeente al verder is in het bewustzijn rond integraal programmeren dan de andere.
  • Houd er rekening mee dat het opstellen van een energievisie, een afwegingskader en ontwikkelpaden, veel tijd kost.

 

Pilot maakt bewust en geeft inzicht

Alles afwegend overheerst in West-Brabant het positieve gevoel dat de pilot bewustwording heeft opgeleverd en inzicht in waar wel of geen knelpunten op het elektriciteitsnet te verwachten zijn. ‘Dat geeft duidelijkheid over waar we als netbeheerders, samen met anderen, de focus moeten leggen’, zegt Mary. ‘Soms zullen we kijken naar slimme oplossingen als het bij elkaar brengen van vraag en aanbod, in andere gevallen moeten we wellicht investeringen naar voren halen of projecten gaan prioriteren.’ Bij het maken van die keuzes kan de pilot zeker helpen. ‘En we gebruiken de data uit de pilot uiteraard ook voor het pMIEK’, zegt Irene. De pilot heeft Piet ervan overtuigd dat we de problemen kunnen aanpakken. ‘Ik was best somber naar aanleiding van alle berichten over netschaarste. Maar nu de pilot de knelpunten zo duidelijk weergeeft, kun je gaan denken in oplossingen.’ En, besluit hij met een knipoog: ‘We hebben het nog nooit gedaan, dus ik denk dat we het wel kunnen.’

Meer informatie

Afbeeldingen

Cookie-instellingen