Metropoolregio Eindhoven en West-Brabant verkennen energiesysteem van de toekomst

11-04-2024
730 keer bekeken

De RES Metropoolregio Eindhoven (RES MRE) voert, samen met West-Brabant, een energiesysteemverkenning uit. Ronald Kraus (procesregisseur RES MRE) en Harm-Jan Idema (APPM) vertellen waarom dat nodig is en hoe ze het aanpakken.

Toen zo’n vijf jaar geleden de regio’s hun RES 1.0 gingen opstellen, zag de wereld er anders uit dan nu. ‘We waren ons er destijds wel van bewust dat je efficiënt met het elektriciteitsnet moest omgaan’, zegt Ronald Kraus, procesregisseur RES in de Metropoolregio Eindhoven (MRE). ‘Maar niet duidelijk was hoe essentieel dat was.’ Netcongestie – het overvolle elektriciteitsnet – drukte de RES-regio’s in Brabant met de neus op de feiten: ruimte op het net is schaars, dus moet het opwekken van duurzame energie integraal worden bekeken. Dat betekent: samen met andere ontwikkelingen in de regio die energie vragen, zoals woningbouw, verduurzaming van bedrijventerreinen en de gebouwde omgeving of elektrificatie van het vervoer. Ronald: ‘Daarom verbreden we de RES van het plannen van duurzame opwek naar het ontwikkelen van een integraal energiesysteem, waarin we alle huidige en toekomstige ontwikkelingen in onze regio in samenhang bekijken. Zo kunnen we keuzes maken over de manier waarop energie daar een plek in krijgt.’

Systeemverkenning in drie stappen

Om dat zo goed mogelijk te kunnen doen, voert de RES MRE op dit moment een energiesysteemverkenning uit. ‘We  doen dat samen met RES-regio West-Brabant’, aldus Ronald. ‘We voeren eenzelfde traject uit, met als eindresultaat ieder onze eigen energiesysteemverkenning. We kennen een vergelijkbare ontwikkeling, en kunnen daardoor van elkaar leren en elkaar inspireren.’ Een consortium van adviesbureaus gaat de verkenning voor beide regio’s maken. Harm-Jan Idema, strategisch adviseur bij APPM, geeft leiding aan dit project, dat APPM de komende tijd samen met Groen Licht en Generation.Energy uitvoert.  ‘We gaan dat in drie stappen doen’, zegt hij.

- Inventariseren

De eerste stap is de inventarisatie. Harm-Jan: ‘We zetten op een rij hoe vraag naar en aanbod van energie zich in de regio’s gaan ontwikkelen. Daar is al veel informatie over beschikbaar. Het is de kunst  om dat allemaal op een gestructureerde manier bij elkaar te brengen. Aan de hand van de inventarisatie en ambities in de regio’s stellen we leidende principes op. Die dienen als uitgangspunten voor de keuzes die in de ontwikkeling van het energiesysteem nodig zijn. Denk daarbij aan het dicht bij elkaar brengen van vraag en aanbod, het zo goed mogelijk gebruiken van bestaande kabels en leidingen of het aansluiten op landelijke infrastructuur die voor onze regio’s gepland staat. Een voorbeeld hiervan is de Delta Rhine Corridor, een buisleidingenstelsel dat door de provincie Brabant gaat lopen en bijvoorbeeld voor transport van waterstof gebruikt kan worden.’

- Toekomstbeelden ontwikkelen

Op basis van de inventarisatie gaan de regio’s in stap twee ontwikkelpaden en eindbeelden opstellen. ‘We kijken in deze fase hoeveel duurzame energie en warmte er nodig zal zijn en hoe we daarin kunnen voorzien’, zegt Harm-Jan. ‘Via grootschalige of lokale opwek? Met name elektrisch of met gebruik van alternatieve mogelijkheden zoals geothermie, restwarmte of waterstof? Daarbij kijken we ook wat de ruimtelijke gevolgen van de verschillende opties zijn.’

- Keuzeagenda opstellen

De derde stap is het ontwikkelen van een keuzeagenda: daarin staan aandachtspunten voor het toekomstig energiesysteem. Welke keuzes kunnen regio’s nog maken, gegeven de verschillende mogelijke ontwikkelingen? Hoe ga je bijvoorbeeld een geplande nieuwe woonwijk van energie voorzien? Ligt het voor de hand om aan te sluiten op het huidige elektriciteitsnetwerk of kun je beter de wijk zelfvoorzienend maken? En hoe verhoudt zich dat tot het principe dat bodem en water sturend moeten zijn bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen? ‘In de energieverkenning worden die keuzes niet gemaakt’, benadrukt Harm-Jan. ‘Wij maken alleen inzichtelijk welke keuzes er zijn, zodat bestuurders in de regio’s op basis daarvan beslissingen kunnen nemen.’

Systeemverkenning is input voor provinciale energievisie

De komende tijd kunnen alle betrokkenen – ambtenaren, netbeheerders, woningcorporaties, belangenverenigingen – via werkateliers meedenken en -praten over de systeemverkenning. Daarvoor wordt gewerkt in de bestaande RES-structuur. Bestuurders zijn betrokken via de portefeuillehoudersoverleggen waarin wethouders uit de regio samenkomen, en via de Stuurgroep RES in beide regio’s. De systeemverkenning levert voor de verantwoordelijk bestuurders inzichten op, die zij kunnen agenderen bij collega’s binnen andere domeinen. De eerste inzichten zijn rond de zomer van 2024 beschikbaar.

De eindresultaten van de verkenning vormen input voor verschillende ruimtelijke en energietrajecten die gemeenten, de provincie en de landelijke overheid doorlopen. ‘Denk bijvoorbeeld aan de energievisie die de provincie moet maken en aan het provinciale Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK)’, zegt Ronald. ‘Ook voor gemeentelijke energievisies, voor investeringsplannen van netbeheerders en voor uitvoering van het Nationaal Plan Energiesysteem en het Programma Energiehoofdstructuur zijn de regionale energiesysteemverkenningen relevant.’

Genuanceerd gesprek voeren

Wat zullen de gevolgen van de systeemverkenningen zijn voor de uitvoering van de RES’en in de beide regio’s? ‘Dat zal moeten blijken’, zegt Ronald. ‘In de MRE-regio zagen wij afgelopen jaren nog geen aanleiding om onze RES 1.0 te actualiseren. Het integraal kijken naar het energiesysteem zou kunnen leiden tot andere of aanvullende afspraken in de RES, bijvoorbeeld over hoe de zoekgebieden voor wind en zon passen in dit integrale perspectief.’ Een interessante vraag vindt Ronald ook hoeveel invloed het denken vanuit het energiesysteem gaat hebben op de ruimtelijke keuzes die je maakt. ‘Het heeft geen zin om nu al te zeggen dat het energiesysteem leidend is voor alles’, zegt hij. ‘Het is belangrijk dat we een genuanceerd gesprek voeren over hoe energiekeuzes samenhangen met andere ruimtelijke keuzes in onze regio. De systeemverkenning kan daar een belangrijke rol in spelen.’

‘Het voelt echt als pionieren’

Wanneer is de verkenning geslaagd? Harm-Jan: ‘Wanneer er een duidelijk beeld ontstaat van de uitdagingen waarvoor de regio’s op energiegebied staan en van de keuzes die daarvoor gemaakt moeten worden.’ Ronald sluit zich daarbij aan. Ronald en Harm-Jan krijgen zélf in ieder geval energie van het traject op weg naar de systeemverkenning, zeggen zij. ‘Het is de eerste keer dat dit zo gebeurt’, zegt Harm-Jan. ‘Het voelt echt als pionieren.’ Zij zijn het erover eens dat het nodig is. Ronald: ‘Gegeven de mogelijke impact van energie op onze ruimte moet dit vroegtijdig in de ruimtelijke afwegingen worden meegenomen.’  ‘De samenhang tussen energie en ruimtelijke ontwikkelingen is immers groot’, voegt Harm-Jan toe. ‘We kunnen geen woningen bouwen zonder energie. En we hebben ruimte nodig om energie op te wekken, op te slaan en op het juiste moment op de juiste plek beschikbaar te hebben.’

Meer weten

Contact

Afbeeldingen

Cookie-instellingen