Leidse regio maakt met integraal energiesysteem sprong naar de toekomst

02-09-2021
1994 keer bekeken

Zes gemeenten in de Leidse regio gaan samen een open, regionaal energiesysteem ontwikkelen, waarin warmte, elektriciteit en brandstoffen met elkaar verbonden en uitwisselbaar zijn. ‘Een verkokerde aanpak kunnen we ons niet meer permitteren’, zegt procesregisseur Friso van Abbema.

Leiden, Oegstgeest, Leiderdorp, Voorschoten, Zoeterwoude en Katwijk: deze zes gemeenten - onderdeel van de RES-regio Holland Rijnland - besloten afgelopen voorjaar om de overgang naar het duurzaam verwarmen van huizen, gebouwen en bedrijven samen aan te pakken. ‘Belangrijkste aanleiding was de mogelijkheid dat we als regio in de toekomst gebruik kunnen gaan maken van restwarmte uit de Rotterdamse haven’, vertelt Friso van Abbema, die de regio als extern procesregisseur en adviseur bijstaat. ‘Dat zou kunnen via de WarmtelinQ+ tussen Rijswijk en de Leidse regio, een ondergrondse leiding die Gasunie van plan is aan te leggen.’

Slim vooruitdenken

De regio realiseert zich dat voor warmtetransitie meer nodig is dan alleen het gebruik van restwarmte. Daarom kijken de samenwerkende gemeenten ook naar andere warmtebronnen, zoals bijvoorbeeld geothermie. Daarnaast willen zij warmte meer in verbinding brengen met het opwekken van hernieuwbare elektriciteit, zegt Friso. ‘Je merkt ook in de RES’en dat tot nu toe de focus vooral ligt op het opwekken van elektriciteit via wind en zon en dat de overgang naar duurzaam verwarmen er een beetje achteraan hobbelt. Zo’n verkokerde aanpak kunnen we ons in de toekomst niet meer permitteren. Ons energiesysteem moet ingrijpend veranderen. Elektriciteit, warmte en de inzet van brandstoffen zullen steeds nauwer met elkaar verbonden zijn en onderling uitwisselbaar moeten worden. We moeten nu al slim vooruitdenken en daarop inspelen.’

Energyhubs

Daarom hebben de gemeenten in de Leidse regio de warmteaanpak aangegrepen om samen een open, regionaal energiesysteem te gaan ontwikkelen. Hoe komt dat systeem eruit te zien? Friso: ‘Het wordt een systeem waar duurzame warmte, hernieuwbare elektriciteit en brandstoffen integraal onderdeel van zijn. We gaan daarvoor in de regio fysieke knooppunten of ‘energyhubs’ aanleggen, gecombineerd met digitale aansturing. Die knooppunten bieden de mogelijkheid om energie decentraal op te wekken en op te slaan, en dus te kunnen gebruiken wanneer dat nodig is. Ook kunnen we daar in de toekomst bijvoorbeeld elektriciteit omzetten in warmte, of andersom. En we kunnen de koppeling maken met brandstoffen zoals bijvoorbeeld waterstof, geschikt voor het verduurzamen van vervoer met zware voertuigen. Het systeem wordt democratisch: het komt niet in handen van één of meer marktpartijen. Het wordt een vorm van publiek-private samenwerking en staat technisch en qua opzet open voor diverse aanbieders en afnemers van energie. Denk daarbij aan bedrijven, wijken, buurten of inwoners in de nabije omgeving. Overheden kunnen via de energyhubs sturen op de belangrijke beslissingen, waarmee publieke waarden worden geborgd. Zo ontstaat een duurzaam en robuust energiesysteem, met andere verdienmodellen en nieuwe vormen van eigenaarschap.’

Publieke waarden borgen

Dat alles vraagt, aldus Friso, om een zelfbewuste rol van de overheid. ‘Daarom alleen al is het belangrijk om als lokale overheden regionaal samen te werken. Eén enkele gemeente heeft niet de kennis en de menskracht in huis om de ingrijpende transitie naar het energiesysteem van de toekomst te kunnen overzien en organiseren. Overheden moeten zorgen dat publieke waarden als haalbaarheid, betaalbaarheid en betrouwbaarheid van de energievoorziening zijn geborgd. Het is bovendien belangrijk dat ze het voortouw nemen om nieuwe samenwerkingen op gang te brengen tussen een groot aantal partners: marktpartijen, netbeheerders, energiecoöperaties, woningcorporaties, maar ook inwoners en lokale bedrijven. Gemeenten moeten stimuleren dat al deze partijen met elkaar bouwen aan het energiesysteem van de toekomst, want zij zullen elkaar niet vanzelf vinden.’

Plan van aanpak

Een integraal, open, regionaal energiesysteem, dat decentraal en democratisch gaat werken, met een sturende rol van de overheid. Dat klinkt als een mooi toekomstvisioen. Maar hoe krijgen de gemeenten in de Leidse regio dat in de praktijk voor elkaar? ‘Door ermee aan de slag te gaan’, zegt Friso. ‘Er zijn al veel verkenningsstudies naar energiesystemen. Wij willen een volgende stap zetten. We gaan het systeem ontwerpen én realiseren. We zijn op 1 augustus 2021 al een programmaorganisatie gestart: Warmte Leidse Regio. De colleges van de gemeenten zijn daarmee akkoord gegaan en zullen dat binnenkort met besluitvorming bekrachtigen.’

De zes gemeenten steken er samen 2 miljoen euro in om het project van de grond te krijgen en er ligt al een uitgewerkt plan van aanpak tot en met eind 2022. Friso: ‘Een programmamanager gaat met een deskundig team aan de slag om het nieuwe systeem op te zetten en uit te voeren. Zij gaan bijvoorbeeld op korte termijn al in overleg met woningcorporaties om te kijken hoe hun routekaarten op weg naar verduurzaming van hun vastgoed zo goed mogelijk kunnen aansluiten bij de Transitievisies Warmte die gemeenten opstellen. Ze gaan vraag naar en aanbod van warmte en elektriciteit in de regio inventariseren en vertalen naar het energiesysteem, zodat duidelijk wordt waar in de regio het best energieknooppunten kunnen worden aangelegd. We práten dus niet alleen over het energiesysteem van de toekomst, we gaan het echt bouwen.’

Ervaringen delen

Voor de gemeenten in de Leidse regio is de overgang naar een regionaal energiesysteem vernieuwend en spannend. ‘We hebben de indruk dat we hiermee vooruitlopen op andere regio’s’, constateert Friso. ‘Er zijn nog nauwelijks voorbeelden waar we van kunnen leren.’ Daarom is de regio van plan de ervaringen op weg naar het vormgeven van het energiesysteem te gaan delen, niet alleen binnen de eigen RES-regio, maar ook met andere regio’s. Friso: ‘We zoeken daar nog een goede manier voor. We houden bijvoorbeeld een maandelijks logboek bij. Misschien kunnen we dat via het Nationaal Programma RES openbaar maken, zodat andere regio’s ons proces kunnen volgen en we van elkaar kunnen leren. Ook zijn we van plan tussentijdse resultaten en uitdagingen waar we tegenaan lopen, te delen via presentaties of op bijeenkomsten van NP RES. Ik nodig alle geïnteresseerde RES-regio’s uit onze berichtgeving daarover in de gaten te houden en met ons mee te denken!’

 

Contactpersoon:

Friso van Abbema

vanabbema@turnbright.nl

 

 

 

Afbeeldingen

Cookie-instellingen