Thema: Energietransitiebreed
Sessie: Warmtebronnen over de regio heen
“Warmtenetten zijn in dichtbevolkte gebieden een goede strategie om wijken aardgasvrij te maken.” Dat zegt Astrid Madsen, regiocoördinator warmte bij de RES-regio’s Rotterdam Den Haag en Holland Rijnland. “Maar er is niet altijd een warmtebron in de directe omgeving. Hierbij heb je bronnen nodig die verder weg liggen, ook wel bekend als 'bovenlokaal'. Daar gebruik van maken vereist samenwerking in de regio."
Coördineer bronverdeling vanuit regio
Bovenlokale bronnen blijken vooral geschikt te zijn voor basislast en deels middellast van het energiesysteem, omdat de piekvraag procentueel gezien minimaal is. Astrid benadrukt het belang van het delen van kennis en het aansluiten op bestaande lokale plannen binnen regio's. Hierbij is er een cruciale rol voor de Regionale Energiestrategie (RES) in het coördineren van de verschillende lokale initiatieven om de beschikbare warmtebronnen optimaal te benutten.
Jasper Schilling van CE Delft en RES-regio Rotterdam-Den Haag geeft uitleg over het warmteprogramma als de opvolger van de Transitievisie Warmte. Hij benadrukt de urgentie van het programma en dat het voor eind 2026 moet worden voltooid. Omdat 2026 een verkiezingsjaar is, zal er een hoop ander werk in de gemeenten nodig zijn op dat moment. Ook is er capaciteit en tijd nodig om warmteprogramma’s te toetsen bij samenwerkingspartners zoals netbeheerders en externe experts. Als iedere gemeente tegelijkertijd bij hen aanklopt, zullen zij niet op tijd klaar zijn. Jasper benadrukt het belang van samenwerking tussen gemeenten bij het opstellen van warmteprogramma’s om efficiëntie te bevorderen.
Gebruik dezelfde taal
Tijdens de vragenronde wordt duidelijk dat er veel uitdagingen en verschillen zijn tussen regio's, vooral buiten de Randstad. De discussie wijst op het belang van eenduidige taal en samenwerking tussen regio's om de transitie te versnellen. Soms gebruiken gemeenten bijvoorbeeld niet dezelfde eenheden bij technische berekeningen. Jasper reageert: “Dit was een groot probleem bij de transitievisie warmte, nu kunnen we aan de voorkant voorkomen.” Astrid vult aan: “Dezelfde taal spreken niet alleen geldt voor plannen en cijfers vergelijkbaar maken, maar ook voor communicatie naar bewoners toe. Het narratief kan eenduidiger zijn.”
De regionale benadering is cruciaal voor het slagen van de warmtetransitie, blijkt uit de sessie. Het delen van kennis en coördinatie tussen de lokale initiatieven is van groot belang om de beschikbare warmtebronnen optimaal te benutten. Het komende warmteprogramma speelt een centrale rol in deze transitie. Het warmteprogramma moet worden ingezet als een concreet en praktisch hulpmiddel voor gemeenten om aardgasvrij te worden en duurzame warmte te leveren aan hun inwoners.
Link naar presentatie