Hoe je met data een slim lokaal energiesysteem ontwikkelt

Data kunnen helpen om slimme combinaties te maken in het lokale energiesysteem. Hoe pak je dat aan? RES-regio’s Rivierenland en Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen delen hun ervaringen, gelardeerd met Oostenrijkse inspiratie door TNO. “Het is een ontwerpend proces.”

Sessie: Sprinten met data: ontwikkel scenario’s voor het lokale energiesysteem 

NP RES organiseert samen met geïnteresseerde RES-regio’s sprintsessies met de inzet van data om het lokale energiesysteem te ontwerpen. Die sessies geven veel inzicht. Dat vertelt Marcel Hiehle van de gemeente West Betuwe tijdens de deelsessie over dit onderwerp onder leiding van Rijk van Voskuilen. Rijk is thematrekker data en monitoring bij NP RES en medeorganisator van de datasprintsessies. Marcel deed mee aan twee van deze sessies in RES-regio Rivierenland. “Wij wilden ons verdiepen in de data”, zegt hij. “Welke data zijn er beschikbaar in onze regio? En wat kunnen ze betekenen voor de inrichting van het lokale energiesysteem?”

Focus op één locatie

Tijdens een eerste sessie in Rivierenland waren verschillende door gemeenten en netbeheerder aangeleverde datasets ingevoerd op de kaart van regio. Zo breng je per locatie relevante data bij elkaar, bijvoorbeeld over wind- en zonprojecten, nieuwe woonwijken, laadinfrastructuur of onderstations van de netbeheerder. Marcel: “We kozen op basis van die informatie een aantal locaties uit waar we duurzame opwek en warmte met andere functies kunnen gaan combineren. Tijdens een tweede sessie besloten we ons op één locatie te gaan focussen. De ervaringen die we daar opdoen, hopen we ook voor andere locaties te kunnen gebruiken.”

Slimme oplossingen om de taart te verdelen

NP RES organiseerde ook in RES-regio Arnhem-Nijmegen een datasprintsessie. Wietse Kruijsse is daar projectleider monitoring en energiesysteem. “Onze RES is pionier op het gebied van het energiesysteem”, zegt hij. “We wilden graag de beschikbare data in de regio bundelen en er een gedeeld beeld en een gedeelde taal over ontwikkelen.” Vraagarticulatie is daarbij het startpunt. Dat gebeurde onder andere aan de hand van een stripverhaal, licht Wietse toe. “Daarin werken we visueel onze vraag uit hoe we de beschikbare capaciteit in onze regio als een taart kunnen verdelen. De tafel is de ruimte die we hebben, en om de tafel zitten steeds meer gebruikers die een stukje van de taart willen. We onderzoeken slimme oplossingen voor hoe we de taart kunnen verdelen. Data op de kaart bieden ons inzicht in waar je bijvoorbeeld duurzame opwek, wonen en werken kunt combineren. Op die manier ga je slimmer met de taart om”.

Oostenrijk als voorbeeld

Devin Diran van TNO Vector onderzoekt hoe data beleidsmakers kunnen helpen om de energietransitie verantwoord te versnellen. Hij laat zien hoe Oostenrijk een Spatial Energy Planning Programma ontwikkelt, met data als basis voor ruimtelijke energieplanning in de provincies. Devin vertelt dat TNO werkt aan een soortgelijk programma, om regio’s te ondersteunen in het gebruik van data bij keuzes rond het energiesysteem. “Zo hoeven zij niet allemaal zelf het wiel uit te vinden.”

Diverse vragen uit de zaal gaan over hoe je het doel en de richting van de inzet van data bepaalt. Volgens Rijk van Voskuilen hoef je dat niet van tevoren al precies te weten en is dat ook per regio verschillend. “Ga er als regio mee aan de slag. Het is een ontwerpend proces waarin we samen telkens een stap verder komen op weg naar een slim energiesysteem op basis van data.”

Meer informatie

Presentatie

Link naar presentatie van deze sessie.

Cookie-instellingen