Blog Kristel Lammers: Vriendschap

02-06-2023 1110 keer bekeken

Met het oog op de stand van zaken -de Foto- van de RES praten we in alle regio’s over hoe het gaat. Kristel Lammers breekt een lans voor een veilige cultuur. Niet oordelen als dingen tegenzitten, maar luisteren en kijken hoe je elkaar kunt helpen. In vriendschappen doen we het ook zo en het werkt.

In een druk café loop ik onderweg naar de wc een vriendin tegen het lijf. ‘Hé hoi, hoe is het?’ Ze trekt een grimas, aarzelt en zegt dat het beter kon. Een ongemakkelijke stilte valt. Het is niet de tijd en de plaats voor een diepgaand gesprek dat voelen we allebei. We doen een lange, stevige hug en maken een afspraak.

Hoe gaat het nu? Het is een veel gestelde vraag. Soms bedoeld als beleefdheid en vaak oprecht belangstellend. Geregeld krijg ik de vraag hoe het gaat het met de RES’en, zoals laatst bij Reuring Café. Hoe doe ik in zo’n café-setting recht aan de veelkleurigheid van alles wat er speelt en houd ik het toch kort en bondig?

Begin juli verschijnt traditioneel de ‘foto’ van de RES met de stand van zaken. Met alle regio’s voeren de accounthouders gesprekken en reflecteren op hoe het gaat. Het zijn nuttige en nodige gesprekken. Doen we gezamenlijk het maximaal mogelijke? Hoe verbinden we de opwek van energie met de vraag, de infrastructuur en ruimtelijke ontwikkelingen? Hoe houden we de voortgang erin? De praktijk is gevarieerd en complex, en soms ook taai.

Hoe meer je aan de weet komt van de lokale context, hoe lastiger het wordt om in het algemeen iets te zeggen over hoe het gaat met de RES’en. Of om regio’s met elkaar te vergelijken. Het is maar hoe je kijkt. Sommige regio’s legden de lat hoog en lopen nu tegen problemen aan zoals schaarse netcapaciteit, radar telescopen of vogels. Anderen waren al lange tijd bezig en lijken snel te gaan ten opzichte van regio’s die pas 3,5 jaar geleden zijn begonnen. Wat is dan slecht of goed? De overeenkomst tussen alle regio’s is dat we in de uitvoering zo goed mogelijk met de uitdagingen moeten omgaan en dat daar samenwerking van heel veel partijen voor nodig is.

De fase van uitvoering maakt die samenwerking niet gemakkelijker. Want concreetheid in uitvoering vraagt om preciezere en scherpe keuzes. De neiging om te remmen of in schuldvragen te spreken wordt dan groter. Maar wie kon de oorlog en gascrisis voorzien? We moeten ons steeds aanpassen aan de omstandigheden. Ook in het bijsturen hebben we elkaar nodig.

In de hoe-gaat-het-vraag schuilt het risico van oordelen wanneer de antwoorden op tafel liggen. Van meten, beter weten, en van roepen uit de verte dat het natuurlijk beter zus en zo. Van als het daar niet lukt, zullen wij het wel fiksen. Hoe manhaftiger de knopen wel ‘s eventjes zullen worden doorgehakt, hoe groter aan het eind de berg met losse einden. De voortgangsgesprekken in de regio’s zijn nodig, maar als je er niet zorgvuldig mee omgaat ook kwetsbaar. Elkaar het eerlijke verhaal vertellen is belangrijk; om lessen te trekken, knelpunten te identificeren en om elkaar verder te kunnen helpen. Maar openheid werkt alleen als je er met elkaar behoedzaam mee omgaat. Het vraagt een omgeving waarin we niet elkaar de maat nemen. In een transformatie komt je dingen tegen die je niet vooraf zo had bedacht, gewenst of gehoopt. Daar moet je je toe verhouden.

Op het ogenblik lees ik het boek Tussentaal van Marijke Spanjersberg. Ze pleit voor meer taal over wat er speelt tussen mensen, en voor een herwaardering van spelregels in het gebruik van taal. Het is een interessant gezichtspunt voor het samenwerken in de ruimte tussen de bestuurslagen en de maatschappelijke organisaties in de RES. Die vraagt begrip, empathie en het omarmen van verschillen. En – dat weet elke bestuurder – het soms opzij zetten van individuele behoeften in het belang van een gezamenlijk hoger doel.

Wat zeg je wanneer iemand vraagt hoe het gaat, als het niet goed gaat? Je moet elkaar goed kennen om openheid van zaken te geven. Erop kunnen vertrouwen dat de ander luistert, naast je gaat staanen vragen stelt die helpen. Alles wat we in het gewone intermenselijke contact vaak als vanzelfsprekend doen.

Met die ene vriendin uit het café ga ik eind van de week een hapje eten. Als het leven tegenzit, krijg je van warme belangstelling en vriendschap nieuwe energie. Zo help je elkaar vooruit. Ik hoop dat dat in de RES ook zo uit blijft werken. Als een warme, inspirerende avond met gelijkgestemden die elkaar het beste gunnen, en elkaar uitdagen om er het beste van te maken. Hoe meer vriendschap, hoe meer vaart en vooruitgang.

Kristel Lammers is directeur van NP RES

Bekijk ook

Cookie-instellingen