De ”Integrale infrastructuur verkenning 2030-2050, II3050” biedt de netbeheerders informatie over de mogelijke infrastructuurbehoefte in 2050 (warmte, elektriciteit, aardgas maar ook waterstof en synthetische gassen) en daarbij behorende investeringen. Deze scenariostudie schetst vier mogelijke toekomstbeelden voor een klimaat neutrale energievoorziening in 2050. Alle volledig CO2-neutraal, op basis van verschillende governance structuren voor de energietransitie. Te weten: regionale sturing, landelijke sturing, Europese CO2-sturing en Internationale sturing.
Scenario’s als uiterste toekomstbeelden voor 2050
De scenario studie is niet bedoeld om conclusies uit te trekken over wat de beste klimaat neutrale toekomst is voor onze samenleving. De toekomstbeelden zijn zodanig gekozen/ingevuld dat ze de “hoekpunten van het speelveld” weergeven voor mogelijk toekomstige infrastructuur. De scenario’s zijn gebaseerd op aannames over hoe een toekomstig energiesysteem er uit kan zien bij bepaalde voorkeuren. Zo is in het ‘regionale sturing’ scenario voorkeur gegeven aan een sterk gedecentraliseerde besluitvorming en veel nadruk op zelfvoorziening en vraagreductie. In het “Europese CO2 sturing” scenario ligt de voorkeur op een Europees CO2 handelssysteem en CO2 opvang van aardgasverbruik voor de industrie.
Regionale sturing is niet hetzelfde als wat er nu gebeurt in de Regionale Energiestrategieën.
De overeenkomst die met het huidige RES’en te maken is, is de gedeelde uitgangspunten van voornamelijk lokaal en regionaal opgewekte energie en een sterke decentrale sturing. De scenario’s geven geen voorkeursbeelden aan. Ze verkennen alleen wat er zou gebeuren als op een andere manier sturing zou worden gegeven aan ‘het energiesysteem’.
De scenario’s laten wel zien dat:
- Er meerdere mogelijkheden zijn om een CO2-vrije energievoorziening en daarmee dus CO2-vrije samenleving te creëren.
- Deze CO2 vrije samenleving kan worden gecreëerd met bestaande technieken. Deze technieken, met name zon en wind, gaan de komende jaren naar verwachting nog in kosten dalen door de grootschalige toepassing en innovatie op deze technieken.
- Het technisch mogelijk is om in Nederland te kiezen tussen verschillende paden voor CO2 reductie; zoals voornamelijk in eigen land hernieuwbare energie op te wekken danwel in grote mate importeren van groene stroom of duurzame gassen (waterstof, synthetische gassen , etc.)
- Energievraag en -aanbod in alle sectoren -zoals onderscheiden in het klimaatakkoord- een forse verandering zal ondergaan.
Scenario’s en ruimtelijke uitwerking bieden RES’en inzicht in integrale energievraag en ruimtelijk vraagstuk
Tegelijk met deze scenariostudie is in opdracht van het ministerie van EZK een studie verschenen van Generation Energy die de ruimtelijke implicaties van de vier scenario’s uit deze studie laat zien. Hierin wordt onder andere op landelijk niveau geduid hoeveel ruimte beschikbaar en nodig is voor de verschillende scenario’s. De studie laat zien dat welk scenario je ook kiest, de ruimtelijke consequenties groot zijn. Er zijn wel verschillen aan te geven. Dat is inzichtelijk gemaakt via ‘tegels’ / kenmerkende gebieden, zoals havengebieden, stedelijke gebieden en landelijke gebieden. Het uitwerken van energiesystemen op basis van ruimtelijke kenmerken biedt waardevolle inzichten om tot nieuwe systeemkeuzes en inzichten te komen.
De scenario’s bieden inzicht in de integrale energievraag op landelijk niveau voor 2050. Belangrijk onderdeel is de toevoeging van industrie, mobiliteit (inclusief internationaal transport) en landbouw. Door de integrale benadering worden nieuwe mogelijkheden voor het energiesysteem zichtbaar zoals conversie naar waterstof (met name voor industrie) en ontstaan knooppunten voor elektriciteit, gassen en warmte. Deze verdieping is ook interessant voor de ontwikkeling van de RES.