In de energieregio’s voelt iedereen de urgentie. Dat bleek wel bij de bestuurlijke adviesgesprekken die we de afgelopen tijd voerden in alle dertig regio’s. Met de RES- coördinatoren, de bestuurlijke trekkers en samen met bestuurders van VNG, IPO, Unie van Waterschappen en vertegenwoordigers van de ministeries van EZK en BZK. Uit al die (online) ontmoetingen blijkt dat de verschillende partijen in de RES elkaar beter begrijpen. Problemen worden gaandeweg meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het is allang niet meer: jij moet dit oplossen, dan kan ik daarna verder. Waarmee niet is gezegd dat het van een leien dakje gaat.
Uit de eerste concept-RES’en – en de analyse daarvan door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) – kwamen afgelopen zomer op vier terreinen knelpunten naar voren. Systeemefficiency, zon op daken, de Subsidieregeling Duurzame Energie (SDE) en maatschappelijke kosten, en duurzame energie in natuur en landschap. Vier onafhankelijke werkgroepen met vertegenwoordigers van alle partijen zijn – op persoonlijke titel - daarmee aan het werk gegaan. Het idee was om los van ieders belang te zoeken naar oplossingen. Wat is er nodig om beweging te krijgen in vraagstukken die al jarenlang worden gesignaleerd? Het begint met luisteren en doorvragen om de ander te begrijpen. En van daaruit samen te verkennen wat haalbaar is. Ook in de energieregio’s is het voor betrokkenen geen sinecure om de tegengestelde belangen te verenigen in de schaarste.
Het is een beetje zoals in relaties. Het luchtige leven van de eerste verliefde avondjes, verandert als je gaat samenwonen. Je moet het over van alles eens worden, accepteren dat niet alles op jouw manier gaat, en je best doen om elkaar te blijven begrijpen. Helemaal als er de verantwoordelijkheid bijkomt voor nageslacht. In het RES-proces moeten overheden, netbeheerders, energieleveranciers, maatschappelijke organisaties en inwoners langdurig samenwerken. Niemand kan zich meer terugtrekken in het eigen domein, iedereen heeft elkaar nodig. Het geeft dat wij-wonen-net-samen-achtige ongemak.
De afgelopen weken werd toegewerkt naar 1 februari, de dag dat de monitor van het Planbureau voor de Leefomgeving over de concept-RES van 1 oktober verscheen. Samen met de ‘foto’: de stand van zaken die het Nationaal Programma RES uitbrengt. De werkgroepen die aan de slag zijn met knelpunten rapporteren in februari. De kranten staan bol van opinies. Blijft ons elektriciteitsnetwerk betaalbaar? Worden inwoners genoeg betrokken? Hoe werken we tegelijk aan onze natuur en landschappelijke kwaliteit?
Het zijn confronterende en complexe vragen. Simpele oplossingen zijn niet voorhanden. Wel een oude en eenvoudige wijsheid. Zet je zelf op het spel zodat je impact hebt. Heb de moed om de eerste stap te zetten in een andere dan de gebruikelijke richting. Kleine stappen voorwaarts. Met kwetsbare, eerlijke gesprekken en inlevingsvermogen. Zelfkennis én omgevingsbewustzijn is nodig. Het is niet makkelijk, maar met één oog op de stand van zaken van 1 februari, stel ik vast dat er nog veel moet gebeuren om de ambities te realiseren, maar óók dat we een heel aardig eind op weg zijn.
Kristel Lammers is directeur van het Nationaal Programma Regionale Energie Strategieën.