Raadsleden, Statenleden en AB-leden van de waterschappen en bestuurders hebben te maken met weerstand, met name tegen het opwekken van duurzame energie met windturbines. Niet alleen bij inwoners, ook bij henzelf is er soms twijfel over de vraag of grootschalige duurzame opwek van energie bij hen in de gemeente moet plaatsvinden. Daarbij zijn er zorgen en emoties, soms worden naast standpunten ook feiten betwijfeld.
Hoe blijf je in gesprek wanneer de verhoudingen gepolariseerd zijn; als je het niet eens bent over uitgangspunten? De lessen van de bijeenkomstenserie onder leiding van Eva Kuit zijn universeel; Luisteren gaat vooraf aan praten. Tot een vergelijk komen vraagt van alle betrokkenen de bereidheid uit te zoomen en het geheel te overzien. Al weet iedereen die wel ’s ruzie heeft gemaakt met een dierbare hoe moeilijk dit is wanneer emoties oplopen. Dan verlies je je snel in details en verkeerd begrepen opmerkingen.
Niet alleen bij dit onderwerp komen we in Nederland niet meer zo goed met elkaar in gesprek. Met als kern dat als we de loopgraven in gaan en elkaar als vijand gaan zien, we de dialoog verliezen. Het kon wel eens zijn dat we diep in de loopgraven, wanneer ons zicht op elkaar en het geheel tot bijna nul is teruggebracht, we pas beseffen hoe waardevol het Nederlandse gepolder eigenlijk is.
Ook het Klimaatakkoord (2019) was een huzarenstuk van overleg. Elke partij in de polder zat aan tafel om bij te dragen aan de klimaatverandering. Velen van hen committeerden zich aan het resultaat. 35 TWh duurzame opwek van energie op land is één van de afspraken uit dat akkoord. Desondanks is er nu in de regio’s verzet tegen de plannen voor windmolens en zonneparken. Oók van gemeenten die het Klimaatakkoord mede ondertekenden. Is het een weeffout dat bij de totstandkoming van het Klimaatakkoord er geen breed maatschappelijk gesprek over nut en de noodzaak plaatsvond? Of daalt nu de realiteit van de afspraken in? Misschien beide. Zeker is dat niet iedereen zich vertegenwoordigd voelt door de partijen die toen aan tafel zaten.
Bij de RES’en zien we iets vergelijkbaars. Via brede stuurgroepen en klankbordgroepen, maar ook met enquêtes, safari’s, online avonden en games is geprobeerd om zo veel mogelijk mensen te informeren en betrekken bij de RES. Zo werken twee RES-regio’s met burgerfora: panels van gelote burgers die zich in de materie verdiepen en advies uitbrengen. Het is een behartigenswaarde toevoeging aan de representatieve democratie: mensen met diverse achtergronden, voorkeuren en leeftijd die samen tot een oordeel komen. En dat meegeven aan de representatieve democratie.
Toch is zelfs daar de vraag of we de kloof kunnen dichten tussen degenen die aan tafel zitten en het grote publiek. Hoe gaan we samen verder? Met degenen die aan tafel zitten én met mensen die op grotere afstand staan, maar misschien ook willen meedoen? Want we delen met elkaar meestal wel dezelfde zorg. Uit het onderzoek Belevingen 2020 van het CBS blijkt dat drie kwart van de Nederlanders zich zorgen maakt over gevolgen van de klimaatverandering. Een ruime meerderheid wil minder fossiele en meer groene energie. En de meeste mensen zijn ook nog eens voorstander van windmolens. Alleen: niet in de eigen ‘achtertuin’.
Over en in die achtertuin moet het open gesprek plaatsvinden. Van poldertafel naar achtertuindialoog. Want welke visie we ook aanhangen, er valt van elkaar te leren. Zoals luisteren voorafgaat aan praten, gaat vertrouwen vooraf aan het samenwerken aan oplossingen in het belang van ons allemaal.
Kristel Lammers is directeur van NP RES