Langetermijnperspectief na 2030 helpt regio’s verder

06-07-2023 5003 keer bekeken

De 30 RES-regio’s liggen op koers voor de opwek van ten minste 35 TWh grootschalige duurzame energie op land in 2030. De gezamenlijke ambitie van 55 TWh halen zij, onder meer door netcongestie, waarschijnlijk niet in 2030. Initiatieven uit de samenleving kunnen de energietransitie helpen versnellen.

Persbericht

De 30 energieregio’s in Nederland liggen op koers voor het opwekken van ten minste 35 TWh aan grootschalig duurzame energie op land in 2030. Bestaande knelpunten in de uitvoering, zoals netcongestie, zorgen dat de totale gezamenlijke ambitie van 55 TWh waarschijnlijk niet in 2030 gehaald wordt. Tegelijk kunnen initiatieven uit de samenleving, zoals ‘smart energyhubs’ en energie-gemeenschappen, helpen om de transitie naar duurzame energie te versnellen. Met het Concept Nationaal Plan Energiesysteem is er nu ook nieuw perspectief voor de periode na 2030. Ook dan blijft opwek op land hard nodig. Hiervoor is het noodzakelijk dat plannen concreet worden.

Regio’s op koers voor ten minste 35 TWh in 2030

De 30 regio’s liggen gezamenlijk op koers om ten minste 35 TWh aan energie op te wekken in 2030 dankzij al gerealiseerde projecten en projecten in de vergunningsfase. De democratisch vastgestelde ambitie van de regio’s samen is 55 TWh in 2030. Vooral regio’s die al langdurig en intensief bezig zijn met duurzame energieopwek, lijken hun eigen ambitie - als onderdeel van die 55 TWh - te halen. Anderen geven aan de eigen ambitie voor 2030 niet volledig te kunnen realiseren. De regio’s noemen als oorzaak het tot dusver ontbreken van perspectief na 2030 en de taaiheid van bestaande knelpunten zoals netcongestie, de Wespendief en het uitblijven van landelijke milieunormen voor windparken. Maar ook de stikstofproblematiek, onduidelijkheid over normering voorkeursvolgorde zon, defensieradars en maatschappelijke zorgen over wind- en zonne-energie op land. Het streven naar 55 TWh vraagt veel inspanningen en creativiteit van alle betrokkenen.

Initiatiefrijke samenleving en actieve overheid kunnen transitie versnellen

Steeds vaker nemen overheden, energiecoöperaties en bedrijven zelf het initiatief in de overgang naar duurzame energie. Concrete behoeften zoals uitbreiding of verduurzaming van bedrijven of het gebruiken van opbrengsten van windmolens van energiecoöperaties, leiden tot de oprichting van ‘smart energyhubs’ en energiegemeenschappen. Daarmee komt ook windenergie uitdrukkelijk weer in beeld. Het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed draagt ook stevig bij aan het ontwikkelen van duurzame opwek van energie. Verder bleek uit een uitspraak van de Raad van State dit voorjaar, dat provincies en gemeenten zelf deugdelijke milieunormen kunnen vaststellen voor windparken. Zo kan de uitbreiding van onder meer windpark Delfzijl-Zuid doorgaan.

Er is nu ook nieuw perspectief: hernieuwbare opwek op land blijft nodig na 2030

In het Concept Nationaal Plan Energiesysteem geeft het Rijk aan dat de elektriciteitsproductie moet groeien en in de toekomst vooral bestaat uit wind (op zee en op land), zon-pv en kernenergie. Dat is nodig om in 2035 een CO2-neutraal elektriciteitssysteem te realiseren. Ook na 2030 blijft het dus hard nodig om duurzame energie op land op te wekken. Daarom is het essentieel dat alle samenwerkende partners zich blijven inzetten om de ambities te realiseren. Een nieuwe nationale afspraak hierover voor na 2030, wordt dit najaar besproken. Dat biedt alle betrokkenen in de regio’s eind dit jaar het noodzakelijke langetermijnperspectief.

Concretisering plannen noodzakelijk, ook voor het energiesysteem

Ruimtelijke ontwikkelingen vinden plaats in gebieden waar vaak zowel ruimte als netcapaciteit schaars is. Dit heeft ook gevolgen voor het opwekken van duurzame energie: minder effectieve zoekgebieden en projecten zullen afvallen. Daarom is het noodzakelijk dat partijen in de regio, in gesprek met de omgeving, de plannen voor het opwekken van duurzame energie concreet maken. Hierbij is het belangrijk rekening te houden met de verwachte vraag naar duurzame elektriciteit voor wonen, bedrijvigheid en elektrisch vervoer. De concrete plannen kunnen worden afgestemd met initiatieven vanuit de samenleving, andere ruimtelijke opgaven en de energie-infrastructuur. Dat helpt overheden bij hun besluitvorming en netbeheerders bij hun investeringsbeslissingen.

Samenwerken aan een rechtvaardige transitie, ieder vanuit de eigen rol

De overgang naar duurzame energie raakt de hele samenleving. In een tijd waarin er steeds meer behoefte is aan sturing, is het nog belangrijker om gelijkwaardig samen te werken en elkaars bijdrage en rol te waarderen. Dat geldt voor alle betrokkenen: (collectieve) inwoners, bedrijven en overheden. Voor een betrokken en rechtvaardige transitie is het cruciaal om gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen, afspraken na te komen, plannen aan te passen wanneer nodig en actief samen te blijven werken bij de uitvoering ervan. Dat is niet gemakkelijk, het vraagt om uitstel van oordelen, actieve en open communicatie en soms vallen en weer opstaan.

Foto juli 2023

Achtergrond

Meer informatie bij Nicky Struijker Boudier, n.boudier@npres.nl of 06-15062601

Het Nationaal Programma RES ondersteunt de 30 regio’s bij het maken van de plannen in de RES. NP RES geeft twee keer per jaar een blik op waar de 30 RES-regio’s staan op weg naar 2030. Deze stand van zaken is gebaseerd op de gesprekken met de regio’s en hun Voortgangsrapportages. Eind 2023 verschijnt weer een RES Monitor 2023 van het Planbureau voor de Leefomgeving. PBL gaat dan meer gedetailleerd en kwantitatief in op de stand van zaken.

De decentrale overheden hebben 30 regio’s gevormd die een Regionale Energiestrategie (RES) maken. Gemeenten, provincies en waterschappen werken in de regio’s samen met inwoners, maatschappelijke partijen, energiecoöperaties, netbeheerders en het rijk. Primaire focus is het realiseren van hernieuwbare energie op land en het zoeken naar duurzame warmtebronnen als alternatief voor het aardgas waarmee huizen en gebouwen verwarmd worden. Het werken aan de RES vloeit voort uit het Klimaatakkoord. Het is één van de maatregelen. De hele opgave reikt tot 2030 en uiteindelijk tot 2050.

Bekijk de tijdlijn

Bekijk ook

Cookie-instellingen