Kok kijkt naar een nieuwe techniek met ‘oude ogen’.
Zoiets is nu aan de hand met zonne-energie op daken. Een kansrijke initiatief - zonne-energie op daken- wordt bekeken met ‘oude ogen’. En dat is jammer. De zon schijnt gratis, we krijgen van de zon elk jaar opnieuw 1300 keer zoveel energie als we nodig hebben. En we hebben een potentieel aan onbenutte daken. Het is perfect, maar het elektriciteitsnet kan er maar moeilijk mee omgaan. Zelfs als we 40 miljard euro investeren in koperdraad in de grond, helpt dit onvoldoende voor het potentieel aan zon op daken.
De huidige logica van het energiesysteem is dat iedereen ongelimiteerd energie op het net kan plaatsen en afnemen. Zonder rekening te houden met de lokale balans en de publieke investeringen die daarvoor moeten plaatsvinden. Als we doorgaan met deze logica zouden we heel Nederland moeten vol leggen met koperen 'snelwegen’ die maar een paar uur per jaar file kennen. Dat is onnodig en duur. Hoe kom je tot een systeem dat wel werkt? De zon op daken is niet het probleem, we moeten er met andere ogen naar kijken en een andere weg inslaan.
Een nieuw systeem begint met te kijken naar de toekomst en daar een visie op ontwikkelen. Zonne-energie kan overal in de leefomgeving worden geïntegreerd. Nu op het dak, dadelijk op de gevel, in geluidswallen en later zelfs in ramen. Daardoor komt productie van energie steeds dichterbij de afname. De vraag is dan niet hoe we zonne-energie moeten transporteren, maar hoe we het optimaal laten werken voor de omgeving.
Denk aan een wijk waar alle huizen en gevels vol zonnepanelen liggen die prachtig geïntegreerd zijn. De panelen geven misschien wel zoveel energie af als op dat moment nodig is of de panelen zelf kiezen om even uit te gaan, energie te leveren aan naastgelegen bedrijven of energie op slaan in lokale opslag, bijvoorbeeld een elektrische auto. Energie uit het stopcontact die zo vanzelfsprekend is als ademhalen. Gewoon als onderdeel van de leefomgeving.
Stel dat niet één wijk, maar alle wijken, buurten, bedrijventerreinen en industrieparken dat zo organiseren. Allemaal vanuit het eigen lokale netwerk, maar ook verbonden. Een systeem gebaseerd op beschikbaarheid, lokale balans en sociaal handelen. We creëren een nieuwe energievoorziening bestaande uit een nationaal netwerk van lokale netwerken, precies zoals het internet. We zijn ermee verbonden en we nemen, brengen en bufferen energie. Energie komt van dichtbij, uit onze eigen buurt en niet langer van ver weg uit een industriële centrale. Het is niet zo dat we off-grid onze eigen boontjes doppen, maar we vormen een stelsel van communicerende vaten die elkaars pieken en dalen opvangen.
De overtuiging die dit belemmert is dat we alle opgewekte energie te allen tijde overal moeten kunnen transporteren. Wat als we dat principe loslaten? Welke nieuwe ruimte ontstaat er dan? Wat als we zon laten werken voor een nieuw lokaal gebalanceerd en sociaal systeem? Wat hebben we daarvoor nodig? Wie heeft dan welke rol? We zien we nu al initiatieven die bijdragen aan die transitie. Kunnen we die versterken en helpen? Dat zijn de vragen die we willen stellen om naar De wereld van B te komen vanuit de principes van B.
Laten we voorop stellen dat een zonnepaneel niet hetzelfde is als een gascentrale zonder uitstoot. Net als een muis niet hetzelfde is als een afstandsbediening.
Paul Dalebout is ondernemer en trainer gespecialiseerd in energievraagstukken.
Lennart Lalieu is thema trekker Energiesysteem bij NP RES.
De wereld van B
Denk mee, ontwikkel mee en doe mee! We zoeken samen verder naar oplossingen en antwoorden voor vraagstukken die de energietransitie blokkeren. Ook werken we aan concrete stappen die bijdragen aan die oplossingen.
www.dewereldvanb.nl