Hoe zorg je voor draagvlak bij warmtetransitie?

3621 keer bekeken 0 reacties

Vijf tips van ervaringsdeskundige Sonja van Vooren. Als we in 2050 vrijwel geen fossiele bronnen meer willen gebruiken, staan we voor een mega-operatie, die alleen slaagt als iedereen meedoet. Zo moeten we anders gaan koken en verwarmen. Maar hoe krijg je dat voor elkaar?

Sonja van Vooren is daar al vele jaren mee bezig. Zij is betrokken bij de warmtetransitievisie van koploper Parkstad Limburg. Sonja deelt graag haar kennis en ervaringen: vijf tips voor het scheppen van draagvlak voor de warmtetransitie.

1.    Draagvlak en participatie zijn van cruciaal belang in de warmtetransitie
‘Bij de Green Deal Aardgasvrije wijken zag ik goede adviesbureaus met hun modellen prachtige plannen maken: wat is het beste alternatief voor aardgas, wat kost dat, hoeveel CO2 bespaar je? Zeer nuttige, technische, financiële informatie, waarmee gemeenten en bedrijven vervolgens aan de slag gaan. Maar draagvlak, communicatie en participatie zijn daarin onderbelicht. Terwijl juist dat kritische succesfactoren zijn bij de acceptatie van een innovatie als deze. Wij ontwikkelen een draagvlakmonitor, waarbij we ons onder andere baseren op de participatieladder van Wilcox en de adoptiecurve van Rogers. De participatieladder laat zien wat er nodig is – van informeren tot faciliteren – om mensen mee te krijgen in een transitie. De adoptiecurve maakt de adoptiebereidheid van innovatie inzichtelijk van koplopers tot achterblijvers. Het creëren van draagvlak begint met het besef dat je echt achter de voordeur komt van mensen die uiteindelijk van hun vertrouwde aardgas afscheid gaan nemen.’

2.    Ga wijken en buurten in
‘Inspraak wordt vaak georganiseerd via inloopavonden. Maar daar komen regelmatig dezelfde mensen. De overgrote meerderheid merkt pas wat er op hen afkomt als bij wijze van spreken de schop in de grond gaat. Dan is er schrik en verzet. Als je echt iedereen wilt bereiken, betrek dan de bewoners beter met de juiste participatievorm in wijken en buurten.’

3.    Benut koppelkansen en stel prioriteiten
‘Als huizen of leidingen toch moeten worden gerenoveerd of vervangen, combineer dan de werkzaamheden. Dat beperkt kosten en overlast voor bewoners, maar vraagt van bedrijven en bewoners dat je samen het werk uitvoert. Los ook eerst andere problemen in een wijk met een hogere prioriteit op. Het blijkt dat mensen daarna pas in warmtetransitie geïnteresseerd zijn.’

4.    Steek niet te veel energie in tegenstanders
‘Bij elke transitie stribbelen mensen tegen. Laat dat maar gebeuren. Het is een illusie dat iedereen enthousiast wordt van energietransitie. Begin in de buurten en wijken waar mensen er wél zin in hebben. Zo pakken wij het in Parkstad Limburg ook aan. De meeste mensen laten zich uiteindelijk toch verleiden om mee te doen, ook al kan dat soms een aantal jaren duren.’

5.    Probeer niet de hele wereld in één keer aan te pakken
‘Energie- en warmtetransitie is zeer complex. Ik vermoed dat in Nederland hooguit een enkeling het geheel overziet. Voor de RES en de warmtetransitievisie moet je aan de slag op buurt-, gemeente- en regioniveau. In de gebouwde omgeving, op bedrijventerreinen en in het buitengebied. Alles hangt met elkaar samen. Wacht niet tot je alles weet. Je hoeft ook niet tot in detail te snappen hoe een auto werkt om erin te kunnen rijden. Begin in één buurt of met één project met een goede slaagkans en werk van daaruit verder. Wees transparant, leg duidelijk uit waar je mee bezig bent en betrek mensen bij de plannen en werkzaamheden. Dan zul je aangenaam verrast zijn over de bereidheid van mensen om mee te doen!’

Meer weten?
email Sonja van Vooren

Cookie-instellingen