Zeeuws-Vlaanderen enthousiast over integraal programmeren

Foto van Martin Martens buiten in de duinen voor een windmolenFoto: Suzan Fotografie
1707 keer bekeken

Om ons energiesysteem toekomstbestendig te maken gaan we ‘integraal programmeren’. Hoe pak je dat aan? En wat betekent het voor de RES? Martin Martens (Stedin en liaison netbeheer NP RES) deelt zijn ervaringen uit een pilot in Zeeuws-Vlaanderen.

Nederland is volop aan de slag om de ambities van het Klimaatakkoord uit te voeren, niet alleen via de RES’en, maar ook in sectoren als industrie en mobiliteit. En dat naast andere grote opgaven, zoals klimaatadaptatie, stikstofaanpak en woningbouw. ‘Alles bij elkaar vraagt dat meer van het energiesysteem dan het aankan’, zegt Martin Martens, manager energietransitie bij Stedin en namens Netbeheer Nederland liaison bij het Nationaal Programma RES. ‘We moeten het gebruik van onze energie-infrastructuur veel integraler bekijken en slimmer organiseren. Niet alleen om het huidige probleem van netschaarste op te lossen, maar ook om het systeem op langere termijn zo in te richten dat ruimtelijke en economische ontwikkelingen in Nederland mogelijk blijven.’

pMIEK: programmeren op provinciale schaal

‘Integraal programmeren’ kan bijdragen aan het oplossen van dit vraagstuk. Hoe werkt dat? Martin: ‘Integraal programmeren betekent dat je in een gebied, bijvoorbeeld een regio of provincie, alle huidige en voorgenomen plannen en ontwikkelingen voor de komende jaren op een rij zet. Denk daarbij bijvoorbeeld aan wind- en zonneprojecten, verduurzaming van een bedrijf of aanleg van een nieuwbouwwijk. Je gaat die plannen vervolgens integraal bekijken en in de tijd plannen en programmeren. Je doet dat samen met alle relevante betrokkenen vanuit overheden, bedrijfsleven en netbeheerders.’

Dat is een nieuwe manier van werken, niet alleen voor netbeheerders, maar ook voor overheden en andere betrokkenen. Voor komende zomer moeten alle provincies een Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK) opleveren. In elke provincie is daarvoor een werkorganisatie ingericht waarin provincie, gemeenten en netbeheerders samenwerken. In het pMIEK komt te staan welke investeringen voor uitbreiding van regionale energie-infrastructuur het meest nodig zijn en hoe deze keuzes worden opgenomen in investeringsplannen van netbeheerders en in het ruimtelijk beleid van provincies en gemeenten. Daarvoor moeten overheden en netbeheerders integraal programmeren op provinciale schaal.

Integraal programmeren maakt bewust en geeft inzicht

Om dat programmeren gestructureerd aan te pakken, ontwikkelen het Rijk en onder andere Netbeheer Nederland, IPO, VNG en NP RES, een handreiking, met daarin een stappenplan. De handreiking is een groeidocument. Drie pilotregio’s - Noord-Holland Noord, West-Brabant en Zeeuws-Vlaanderen - hebben de afgelopen maanden ‘geoefend’ met het in de praktijk brengen van het stappenplan. De bevindingen uit de pilots worden gebruikt als opstap naar het pMIEK.

Martin Martens was betrokken bij de pilot in Zeeuws-Vlaanderen. Welke ervaringen zijn daar opgedaan? ‘Allereerst: alle partijen zijn enthousiast over het samenwerken op deze manier. Een traject van integraal programmeren helpt echt om inzicht te krijgen in ieders plannen en daar vervolgens een planning voor te kunnen maken. Wat ik vooral van belang vind, is dat ook overheden en bedrijven zich er hierdoor van bewust worden dat je het energiesysteem in samenhang moet bekijken, en dat het dus niet verstandig is om alles alleen op je eigen postzegel te willen optimaliseren.’

Oplossingen voor ontwikkelgebieden

Het traject begon in Zeeuws-Vlaanderen met het bij elkaar brengen van verschillende partijen uit de regio om inzicht te krijgen in hun plannen voor de komende jaren. Martin: ‘Dat betekent dat we in wisselende samenstellingen en sessies onder andere hebben gesproken met vertegenwoordigers van de industrie, met de provincie en met ambtenaren en bestuurders van de drie betrokken gemeenten Sluis, Terneuzen en Hulst. Alle sectoren leverden hun plannen voor de komende jaren in en deelden die met iedereen, zodat we daar een gezamenlijk beeld van kregen.’

De pilot-organisatie bracht alle plannen bij elkaar en tekende die in op kaarten, verdeeld over de tijd in periodes van vijf jaar. ‘Op die kaarten ontstonden zo ontwikkelgebieden, waarmee wij als netbeheerders aan de slag kunnen’, zegt Martin. ‘We kijken voor die gebieden, integraal vanuit het energiesysteem, welke oplossingen er zijn om in elektriciteit of warmte te voorzien. Neem bijvoorbeeld de gemeente Hulst. Oorspronkelijk was het plan om de gebouwde omgeving daar te gaan verduurzamen met elektriciteit. Maar door de integrale aanpak zagen we dat Gasunie door dat gebied waterstof wil gaan transporteren. Is elektrificatie voor het verduurzamen van huizen en gebouwen dan wel de beste oplossing? Of kun je beter kiezen voor een aftakking van de waterstof?’

Keuzes maken op basis van afwegingskader

Die keuzes zijn nu nog niet gemaakt, aldus Martin. ‘We hebben in de pilot een plan van aanpak voor het integraal programmeren gemaakt, inclusief een afwegingskader en een Energievisie op de langere termijn. De Energievisie hebben we voor de hele provincie gemaakt, vooruitlopend op het pMIEK. We hebben daarbij aangesloten bij documenten, visies en plannen die er al liggen, zoals bijvoorbeeld de RES’en.’ Op basis van het afwegingskader kan de regio per ontwikkelgebied kiezen welke energiedragers de beste opties zijn, waarbij de maatschappelijk waarde van een project centraal staat, naast criteria als geld en technische mogelijkheden. ‘Mocht de vraag groter zijn dan wat we aankunnen, dan zullen we, op basis van het afwegingskader, projecten moeten prioriteren. Dan pak je dus het project dat je samen het belangrijkst vindt, het eerst aan. Dat is een heel andere aanpak dan we als netbeheerders gewend zijn.’

Tips voor integraal programmeren uit de pilot Zeeuws-Vlaanderen

  • Zorg dat bestuurders en volksvertegenwoordigers over voldoende kennis beschikken om onderbouwde besluiten te kunnen nemen.
  • Probeer investeringsplannen en besluitvormingsprocessen bij netbeheerders, gemeenten, provincie, RES etc. op elkaar af te stemmen.
  • Integraal programmeren draagt bij aan bewustwording. Neem de tijd voor het gezamenlijk doorleven van wat programmeren en prioriteren voor alle betrokken partijen betekent.
  • Denk na over wat het juiste schaalniveau waarop je integraal gaat programmeren.  

 

Schaalniveau Zeeuws-Vlaanderen te klein

De pilot in Zeeuws-Vlaanderen is inmiddels afgerond. Welke tips heeft Martin op basis daarvan voor andere regio’s en provincies? ‘De eerste les is: investeer in de kennis van volksvertegenwoordigers en lokale en regionale bestuurders. Wij merkten dat zij lang niet altijd precies weten welke consequenties beslissingen hebben voor het energiesysteem. Zorg dus dat hun kennis op niveau is, zodat ze weloverwogen besluiten kunnen nemen. Twee is: stem investerings- en besluitvormingsprocessen in de regio op elkaar af. Netbeheerders maken elke twee jaar investeringsplannen. De RES werkt met tweejaarlijkse voortgangsrapportages en daarnaast herijkingen. Besluitvormingstrajecten in gemeenten en provincies nemen vaak veel meer tijd in beslag. Wij hebben gemerkt dat het heel gecompliceerd is om dat allemaal te synchroniseren, dus daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. Ten derde: integraal programmeren draagt bij aan bewustwording. Neem de tijd voor het gezamenlijk doorleven van wat programmeren en prioriteren voor alle betrokken partijen betekent. En tot slot: denk na over het schaalniveau waarop je integraal gaat programmeren. In de pilot bleek dat een afgebakend gebied met drie gemeenten voor de netbeheerder te klein is, omdat de beschikbare capaciteit voor het bouwen over een groter gebied wordt ingepland. Het lijkt dus verstandig om het breder te trekken, bijvoorbeeld naar provinciaal niveau. Maar wat het ideale schaalniveau is, moet in de tijd duidelijk worden en zal ook per gebied verschillen.’

RES aansluiten bij pMIEK

De zoektocht naar integraal programmeren is nog maar net begonnen. ‘Het is interessant om mee te maken hoe het zich zal ontwikkelen’, zegt Martin. ‘RES-regio’s raad ik aan om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de programmeeroverleggen in de provincies ter voorbereiding op het pMIEK. Wind-, zon- en warmteprojecten zijn immers een belangrijk onderdeel van de plannen die de komende jaren moeten worden ingepast in de ruimte en in het energiesysteem.’ Duidelijk is in ieder geval, aldus Martin, dat we het samen moeten doen. En dat het noodzakelijk is. ‘Omdat energie de basis is van alles wat er in ons land gebeurt. En ook omdat het energiesysteem duur is. We betalen het met z’n allen. Alle reden dus om het zo slim mogelijk te doen.’

 

Meer informatie

Groeidocument ‘Naar een handreiking integraal programmeren in het energiesysteem’

Handreiking Uitwerking pMIEK

 

 

Afbeeldingen

Registreren

Op de kaart

Een momentje...
Cookie-instellingen