Energiebesparing: slimme manier om minder energie te hoeven opwekken

Foto: Patrick van den Hurk/EMMA
1889 keer bekeken

Energie die je niet gebruikt, hoef je niet op te wekken. Door energie te besparen kun je je duurzame opwekkingsopgave dus flink verkleinen, vindt regio Holland Rijnland. Besparing is daarom een belangrijke bouwsteen in hun RES 1.0: in 2030 ligt het energiegebruik van de regio 11% lager dan in 2014.

Energiebesparing is geen verplicht onderdeel van de RES. Toch was het voor Holland Rijnland logisch om het prominent op te nemen in de RES 1.0, vertelt Jolien Kamermans, adviseur duurzaamheid en ‘trekker’ van het hoofdstuk over energiebesparing. ‘Holland Rijnland werkte ook voor de RES al samen op het gebied van energie. In 2017 sloot de regio een Energieakkoord, waarin energiebesparing een belangrijke rol speelde. We hebben de doelen uit het regionale Energieakkoord, en dus ook die voor besparing, vertaald naar de RES. Onze regio is een vrij verstedelijkt gebied, met weinig ruimte voor opwekking van duurzame energie. Besparen is voor ons dus een noodzakelijke en slimme manier om minder energie te hoeven opwekken.’

Energiegebruik inventariseren

Een werkgroep energiebesparing, waaraan ambtenaren van de betrokken gemeenten deelnamen, heeft de ‘basisstrategie energiebesparing’ uitgedacht en opgezet. ‘Dat werkte goed’, zegt Jolien. ‘Alle gemeenten konden zo op een laagdrempelige manier meedenken, input leveren en ervaringen met elkaar uitwisselen.’ De werkgroep is, ondersteund door een extern bureau, begonnen met inventariseren hoe het energiegebruik in de regio zich heeft ontwikkeld en welke ontwikkeling in de toekomst te verwachten valt. Jolien: ‘Als je daar inzicht in hebt, weet je waar je op afstevent en welke besparing noodzakelijk, maar ook haalbaar is.’ Zo is het percentage van 11% besparing ten opzichte van 2014 ontstaan.

Gebouwde omgeving en mobiliteit

Vervolgens is de inventarisatie uitgesplitst naar sectoren, om te kijken waar de grootste mogelijkheden voor besparing liggen. ‘Overduidelijk was dat in de gebouwde omgeving het meest op energie bespaard kan worden, en dan vooral bij het verwarmen van woningen en gebouwen’, vertelt Jolien. ‘Daarnaast blijkt mobiliteit een groot aandeel te hebben in het energiegebruik in onze regio. De meeste besparing valt dus te halen in deze twee sectoren. Om op een gewogen gemiddelde van 11% besparing uit te komen, stellen we als doel om in de gebouwde omgeving 15% energie te besparen en op het gebied van mobiliteit 11%. Bij landbouw en industrie - sectoren waar energiebesparing plaatsvindt via andere kanalen dan de RES - gaan we ervan uit dat we ongeveer evenveel energie blijven gebruiken als nu, doordat groei en besparing elkaar naar verwachting zullen compenseren.’ Het is belangrijk om een sector als mobiliteit ook mee te nemen in je besparingsdoelstelling, vindt Jolien. ‘Elektrificatie van vervoer leidt immers niet alleen tot minder CO2-uitstoot, maar ook tot efficiënter gebruik. Zonder besparing op energie in mobiliteit, zouden we in enkele van onze gemeenten wel 30% moeten besparen in de gebouwde omgeving. Dit maakt het dus beter behapbaar.’

Instrumenten

Een derde stap in de aanpak van besparing in Holland Rijnland – naast inventariseren van energiegebruik en de besparingsmogelijkheden per sector – was het onderzoeken welke instrumenten beschikbaar zijn om energiebesparing in de gebouwde omgeving te stimuleren en te kijken hoe die tot nu toe worden benut. ‘De RES 1.0 bevat onze basisstrategie voor energiebesparing’, legt Jolien uit. ‘Maar het zijn de gemeenten die deze strategie de komende jaren gaan uitvoeren. Goede instrumenten zijn daarbij cruciaal. Gemeentelijke ambtenaren en bestuurders kunnen immers energiebesparing in de gebouwde omgeving niet afdwingen. Het zijn vooral de inwoners en de bedrijven die hun huizen en gebouwen energiezuiniger moeten gaan maken. Daar heb je instrumenten bij nodig die dat stimuleren of aantrekkelijk maken. Dat kunnen bijvoorbeeld juridische instrumenten zijn, zoals bepaalde energiebesparingseisen aan bedrijven in het Activiteitenbesluit, of financiële instrumenten, zoals een duurzaamheidsfonds of een gratis energiescan voor particulieren of MKB-bedrijven. We zien dat niet alle bestaande instrumenten al optimaal worden benut. En dat er op sommige gebieden nog instrumenten missen, bijvoorbeeld een aanpak gericht op particuliere verhuurders. Daar valt de komende jaren dus winst te behalen. De energiebesparingsambitie stelt gemeenten voor een aardige opgave. Want elke maatregel of aanpak kost geld en menskracht. Gemeenten moeten daar nu nog keuzes in maken.’

Tips voor andere regio’s

Via deze aanpak kiest RES-regio Holland Rijnland bewust voor energiebesparing als onderdeel van de strategie om de doelstellingen op het gebied van klimaat en energie in 2030 en 2050 te halen. Welke tips heeft Jolien voor regio’s die ook met besparing aan de slag willen? ‘Betrek alle gemeenten in je regio bij je aanpak. Probeer met elkaar inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het energiegebruik van je regio en in de besparingsmogelijkheden per sector. En kijk daarbij vooral ook naar mobiliteit. Net als besparing is dat geen verplicht onderdeel van de RES, maar het biedt wel veel kansen, niet alleen voor verduurzaming, maar ook voor energiebesparing.’ In Holland Rijnland zullen alle gemeenten de basisstrategie energiebesparing nu in hun beleid gaan verankeren en uitvoeren. Heeft Jolien er vertrouwen in dat de doelstelling haalbaar is? ‘Jazeker’, zegt zij. Maar het is niet gemakkelijk. Er moet nog veel gebeuren en elke gemeente zal het op zijn eigen manier doen. In de ene gemeente zal dat sneller gaan dan in de andere. Je kunt immers niet ineens alles omgooien, daar is tijd voor nodig. Maar ik reken erop dat we de vaart erin houden.’

Meer informatie:

RES Holland Rijnland

Contactpersonen:

Jolien Kamermans j.kamermans@odwh.nl

Jeroen Ververs jververs@hollandrijnland.nl

Afbeeldingen

Cookie-instellingen