U-Thuis: zo heet het programma waarmee 16 Utrechtse gemeenten al een aantal jaren samenwerken aan het verduurzamen van particuliere woningen. Wat hebben de inwoners van de betrokken gemeenten daaraan? ‘Ze kunnen met al hun vragen over besparing en verduurzaming bij ons terecht’, zegt Yorick Vink. Vanuit de gemeente Stichtse Vecht en de Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) was hij de afgelopen jaren werkzaam als programmamanager van U-Thuis. ‘We bereiken vooral veel met de meer dan 250 aangesloten energieambassadeurs. Dat zijn vrijwilligers bij de energiecoöperaties, die wij, samen met de Natuur- en Milieufederatie Utrecht (NMU), opleiden en trainen. We hebben intussen een heel netwerk van ambassadeurs die in hun buurten, straten of dorp samen met bewoners aan de slag gaan met besparing en verduurzaming. Bijvoorbeeld via collectieve inkoop van isolatiemaatregelen, advies over warmtecamera-beelden, CV-optimalisatie of het organiseren van informatieavonden.’
Referentiewoningen
U-Thuis is ook bezig om referentiewoningen op te zetten. ‘Een recent initiatief dat we ontwikkelen in overleg met het Expertisecentrum Warmte’, vertelt Yorick. ‘Het idee is dat inwoners dan bij het regionale Energieloket via hun postcode en huisnummer niet alleen het warmteplan voor hun wijk kunnen vinden, maar ook een referentiewoning die lijkt op hun eigen huis. Aan de hand daarvan kunnen ze zien welke concrete stappen ze kunnen zetten om hun woning te verduurzamen.’ Daarnaast biedt het Energieloket inwoners inzicht in wat er in hun gemeente mogelijk is het op gebied van energiebesparing. ‘Er zijn soms zoveel mogelijkheden dat inwoners door de bomen het bos niet meer zien’, zegt Yorick. ‘Bij het Energieloket brengen we dat allemaal overzichtelijk bij elkaar en maken we inwoners wegwijs, bijvoorbeeld in subsidies en financiering. Zo maken we het hen zo gemakkelijk mogelijk om energiebesparende maatregelen te nemen. Waarbij we vooral ook benadrukken dat besparing leidt tot een lagere energierekening en meer wooncomfort. Want daar laten inwoners zich vaak eerder door leiden dan door de wens om iets voor het klimaat te doen.’
Combinatie met de RES
Naast de ambassadeurs, de referentiewoningen en het Energieloket, delen de deelnemende gemeenten via U-Thuis ook kennis en ervaringen, zodat ze van elkaar kunnen leren. Deze zomer loopt het programma af. Wat heeft het opgeleverd? En hoe gaat het verder? Yorick: ‘We hadden voor het U-Thuis-programma geen ‘smart’ doelstellingen, dus de concrete resultaten ervan zijn niet een-op-een meetbaar. Ons doel was vooral om lokale activiteiten in de betrokken gemeenten te steunen en te versterken. Daar hebben we met U-Thuis een mooie organisatie voor neergezet, die zeker een vervolg krijgt. Op basis van een evaluatie van U-Thuis zullen we sommige zaken in de toekomst anders aanpakken. We willen bijvoorbeeld het regionale Energieloket nog beter bekend maken bij gemeenten, zodat we hen effectiever kunnen ondersteunen. Daarnaast is het huidige programma alleen gericht op particuliere woningen. Dat willen we misschien gaan uitbreiden, ook in combinatie met de RES.’
Serieuze besparing nodig
Regio U16 bespaarde al op energie lang voordat de RES er was. Gemeenten krijgen nu nog tot begin oktober de tijd om de RES 1.0 goed te keuren en vast te stellen, zegt Silke Nieuwenhuis van Over Morgen. Als projectleider houdt zij zich bezig met het opstellen van het hoofdstuk over Warmte in de RES. ‘Onderdeel daarvan is een Thematische Agenda Warmte, met actiepunten als energiebesparing, geothermie, biowarmte, aquathermie en de ontwikkeling van warmtenetten. Van die onderwerpen is besparing de meest uitgebreide. Utrecht heeft niet zoveel bruikbare warmtebronnen. Dus we moeten zorgen dat we zo weinig mogelijk duurzame warmte nodig hebben. Daarvoor is serieuze besparing nodig.’
Warmtewerkplaatsen
Onderdeel van de RES-organisatie in regio U16 is een ‘warmtetafel’, waarin de U16-overheden regionale afspraken maken om de warmtetransitie te versnellen. Silke: ‘Vandaaruit organiseren we de komende tijd een aantal warmtewerkplaatsen: bijeenkomsten over de onderwerpen uit de thematische agenda, waaronder energiebesparing. Voor deze werkplaatsen nodigen we naast de U16-overheden ook andere betrokken partijen uit, zoals U-Thuis, de NMU en de provincie Utrecht. We inventariseren eerst wat er op het gebied van besparing allemaal al gebeurt. We kijken wat er lokaal goed gaat, waar regionale versterking nodig is en wat we samen kunnen doen. We betrekken daar woningcorporaties, bouwbedrijven en misschien later ook organisaties als ziekenhuizen bij. Zodat ze op het gebied van besparing niet allemaal zelf het wiel hoeven uit te vinden, maar bepaalde dingen samen kunnen aanpakken.’
Praktisch
U16 is volop bezig om de activiteiten op het gebied van besparing zo goed mogelijk te integreren in de RES en de Transitievisies Warmte die de gemeenten opstellen. ‘We bekijken het heel praktisch’, zegt Silke. ‘Wat lokaal goed gaat, heeft geen ondersteuning nodig. Maar waar er behoefte is aan regionale versterking, willen we die in samenhang met de RES bieden. Energiebesparing blijft in elk geval hoog op de agenda staan, want warmte die we niet gebruiken hoeven we ook niet duurzaam op te wekken.’
Meer informatie
RES-regio U16
Regionaal Energieloket
Informatie NMU over energieambassadeurs
Contactpersonen: