Het Zeeuwse bod: een ‘pittige kluif’

12-02-2020
3509 keer bekeken

In Zeeland loopt de RES als een trein. De Concept RES was in de zomer van 2019 klaar. Intussen is de RES 1.0 al bijna af. Wat is het geheim achter deze voortvarende aanpak?

‘We zijn in elk geval op tijd begonnen’, stelt regiocoördinator Marcel Aanen met Zeeuwse nuchterheid vast. Als beleidsmedewerker bij de gemeente Borsele was hij al ver voor de start van de RES intensief bezig met energietransitie en verduurzaming. ‘We zochten daarbij samenwerking met andere Zeeuwse gemeenten. In 2015 kwam er een VNG-subsidie voor energiebesparing in bestaande woningen. Gemeenten kwamen daarvoor alleen in aanmerking als ze regionaal samenwerkten. Sindsdien werken we met de dertien gemeenten in Zeeland samen op het gebied van energie en duurzaamheid. In 2017 haakten daarbij onder andere de provincie, de netbeheerder, Impuls Zeeland en het waterschap aan. Met ondernemers, burgers en andere betrokkenen zijn we de Zeeuwse energiedialoog gestart met als doel, gebaseerd op het Parijse Klimaatakkoord, een klimaatneutraal Zeeland. Onze samenwerking legden we vast in het Zeeuws Energieakkoord. Eind 2017 rondden wij de energiedialoog af en juist toen werd de RES aangekondigd.’

Sectortafels

Zo vloeide de Zeeuwse energiedialoog bijna als vanzelf over in de RES. ‘Dat is heel geleidelijk gegaan’, blikt Marcel terug. ‘Onze werkwijze was goed aan te passen aan die van de RES. We zijn direct gaan werken volgens het landelijke stramien en de handreiking, zodat we ons konden spiegelen aan andere regio’s. We hebben bijvoorbeeld, net als in het nationale Klimaatakkoord, ‘sectortafels’ ingericht voor gebouwde omgeving, elektriciteit en mobiliteit. Die tafels hebben de bouwstenen geleverd voor onze Concept RES, die in juni 2019 klaar was en inmiddels ook door de besturen van gemeenten, provincie en waterschap is goedgekeurd.’

Op koers

Afgelopen najaar doorstond de Zeeuwse Concept RES de landelijke ‘botsproef’. Een belangrijke mijlpaal, aldus Marcel Aanen. ‘Wij wilden graag weten of we op koers lagen en voldeden aan de vereisten uit de handreiking van het Nationaal Programma. Daarom is onze RES toen door landelijke deskundigen en bijvoorbeeld vertegenwoordigers van andere regio’s getoetst aan de nationale RES-criteria. De uitkomst was positief: we ontvingen complimenten voor de snelheid, de zorgvuldigheid én de inhoud van onze RES. Maar we kregen ook suggesties ter verbetering, bijvoorbeeld om onze ruimtelijke keuzes beter toe te lichten en industrie en landbouw meer te verweven met onze RES.’

Dynamisch

Onder andere op basis van die feedback werkt Zeeland de Concept RES dit voorjaar uit naar een RES 1.0. Maar de Concept RES van Zeeland moet toch ook, net als alle andere RES’en, worden doorgerekend en beoordeeld door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)? ‘Uiteraard’, bevestigt Marcel. ‘Het kan zijn dat we als gevolg daarvan nog weer aanpassingen moeten doen. Maar dat is geen probleem. De RES is een dynamisch document, dat ook in de toekomst steeds geüpdatet zal worden.’

Mobiliteit

In de RES Zeeland staan, naast de ‘verplichte’ voorstellen voor warmtetransitie en zoekgebieden voor duurzame opwek, ook plannen voor duurzame mobiliteit. ‘Juist daar liggen ook kansen voor onze regio’, motiveert Marcel die keuze. ‘Wij hebben veel landelijk gebied en druk verkeer van de industrie naar het achterland. Daar valt nogal wat te winnen. We gaan bijvoorbeeld, samen met de netbeheerder, de gemeenten en marktpartijen, een roadmap ontwikkelen voor een laadinfrastructuur voor elektrische auto’s. Maar we kijken ook naar de mogelijkheden in het personen- en doelgroepenvervoer, naar transport per spoor en duurzamere brandstoffen, bijvoorbeeld via een unieke pilot met een binnenvaartschip op waterstof.’

Uitdagend, maar realistisch

Voor het terugdringen van de warmtevraag kijkt Zeeland in eerste instantie vooral naar besparing door isoleren. Met daarnaast in 2030 minimaal 11 PJ aan opwekking van hernieuwbare energie, verdeeld over zon, wind en energie uit water, doet Zeeland een uitdagend, maar realistisch bod, vindt Marcel. ‘Uiteindelijk komt het aan op de uitvoering. Het moet haalbaar en betaalbaar zijn. En we moeten iedereen erbij blijven betrekken. We moeten waar mogelijk alle kansen van de energietransitie benutten, voor ons betekent dat bijvoorbeeld onder andere in de toeristisch-recreatieve sfeer. Het wordt een pittige kluif. Maar het moet kunnen.’

Werk samen!

Wat is volgens Marcel nu het geheim van de voortvarende aanpak van Zeeland? ‘Dat is eigenlijk niet zo opzienbarend’, relativeert hij. ‘Werk samen! Doe dat waar het kan op een transparante manier en leg het uit als dat niet kan. De succesfactor bij ons is vooral dat we de juiste mensen op de juiste plekken hebben: een bestuurlijk en een ambtelijk kernteam dat faciliteert, waarbij anderen expertise aandragen. Daarmee kom je een heel eind!’

Meer weten?

https://www.zeeuwsenergieakkoord.nl/

Afbeeldingen

Op de kaart

Een momentje...
Cookie-instellingen