Versterk rol volksvertegenwoordigers in de RES

11-11-2020
1610 keer bekeken {0} reacties

Gemeenteraden, Provinciale Staten en algemeen besturen van de waterschappen moeten straks de RES 1.0 vaststellen. ‘Geef hun tijdig heldere spelregels en de juiste informatie om hun rol optimaal te kunnen vervullen’, bepleiten griffier Jan Dirk Pruim en raadsadviseur Robert-Jan Ritsema uit Almere.

‘Ondanks veertien moties over de RES weet ik dat ik bij deze kwestie onvoldoende heb kunnen betekenen in de positionering en sterke rol van de raad.’ Dat schreef Jan Dirk Pruim onlangs in een column in Binnenlands Bestuur. Jan Dirk werkt ruim veertig jaar in het lokale openbaar bestuur, waarvan achttien jaar als griffier. Hoe komt het dat hij, met al zijn ervaring, toch het gevoel heeft dat hij ‘zijn’ gemeenteraad niet voldoende heeft kunnen ondersteunen bij het beoordelen van de concept-RES? En wat betekent dat voor de besluitvorming over de RES 1.0?

Tegenwicht en tegenspraak

‘Doel van de invoering in 2002 van het dualisme bij gemeenten was het versterken van de lokale democratie’, zegt Jan Dirk. ‘Met een gemeenteraad die er door tegenwicht en tegenspraak te bieden, aan bijdraagt dat raden en colleges de best mogelijke beslissingen nemen. Maar ontwikkelingen als decentralisatie en regionalisering hebben die ‘schurende’ rol van gemeenteraden vrijwel onmogelijk gemaakt. Als we niet oppassen, gebeurt bij de RES hetzelfde. Het Rijk bestiert de geldpotten, de regio maakt de plannen. Gemeenten moeten in dit complexe geheel een rol vinden die hun niet wordt aangereikt, terwijl zij uiteindelijk wel de last van de uitvoering dragen. Dat levert voor veel gemeenten spanning op.’

Tijdig bijsturen

‘Doordat raden, Staten en algemeen besturen niet altijd vanaf het begin intensief bij de RES zijn betrokken, organiseer je je eigen tegenstand’, waarschuwt zijn collega Robert-Jan Ritsema. ‘We zien dat de opgetelde ambities van de dertig regio’s veel hoger zijn dan de doelstelling van 35 TWh die het Rijk met de RES’en wil bereiken. De betrokkenheid bij de concept-RES ligt in eerste instantie bij de colleges. In veel gemeenten hebben raden onvoldoende zicht op de wording van de RES. Met als gevolg dat de raad niet tijdig kan bijsturen en aan het einde van het proces is het moeilijk om nog ‘nee’ te zeggen. Als dan straks omgerekend blijkt hoeveel windmolens en zonnepanelen nodig zijn om de torenhoge RES-ambities in de praktijk te brengen, zal dat zeker ook teleurstelling en tegenstand opleveren. Dat moeten de raden dan in hun lokale situatie oplossen.’

Tekortschieten

In Almere heeft de griffie getracht de raadsleden bij de concept-RES zo goed mogelijk te ondersteunen met kennis en concrete informatie, bijvoorbeeld via een infographic en een digitale leeromgeving. Maar ook dat is een behoorlijke uitdaging, ervaart Robert-Jan. ‘Iets vinden van de RES vergt van raadsleden een hoog kennisniveau en dit is een van de vele onderwerpen waarover zij een mening moeten vormen. Hetzelfde geldt voor de Almeerse griffie. Andere ingewikkelde onderwerpen die spelen zijn bijvoorbeeld het sociaal domein, de Omgevingswet en Floriade. Daarom hebben wij ook weleens het gevoel tekort te schieten.’

Heldere spelregels

Voor 1 juli volgend jaar moeten de raden, Staten en algemeen besturen de RES 1.0 vaststellen. Wat moet er gebeuren om deze volksvertegenwoordigers daarop zo goed mogelijk voor te bereiden? Pruim en Ritsema hebben daar wel ideeën over. ‘De eerste verantwoordelijkheid ligt bij de bestuurders, in de gemeenten dus de betrokken wethouders,’ zegt Robert-Jan. ‘Het is belangrijk dat zij zich er vanaf nu, en dus niet pas op het laatst, voortdurend van bewust zijn welke informatie de raad nodig heeft om het gesprek over de RES te voeren.’ ‘Daarnaast vind ik dat ook het Rijk zijn verantwoordelijkheid moet nemen’, vult Jan Dirk aan. ‘Ik zou het verstandig vinden als de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zo snel mogelijk een officiële brief uitstuurt met heldere spelregels over de rol van de raad op weg naar de RES 1.0. Het Rijk mag daar best meer in sturen. Je verwacht iets van de gemeenteraden, dan moet je ook eenduidig zijn in wát je precies verwacht.’

Handvatten

Kan het Nationaal Programma RES (NP RES) ook iets betekenen in het versterken van de rol van de raad? Robert-Jan: ‘Zeker. Het Nationaal Programma kan een brug vormen tussen het ministerie en de gemeenteraden, door het ministerie te laten weten tegen welke belemmeringen raden aanlopen en gemeenteraden te adviseren hoe ze zich het best op besluitvorming over de RES kunnen voorbereiden.’ Volgens Jan Dirk zou het ook goed zijn als het NP RES, bijvoorbeeld samen met de Vereniging van Griffiers of de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, lijnen uitzet voor griffiers en hun handvatten geeft over hoe zij raadsleden optimaal kunnen ondersteunen bij de RES en waar de kansen liggen. ‘Want ik verdwaal er zelf af en toe ook in’, zegt hij.

Toegevoegde waarde

Tot slot benadrukken Jan Dirk en Robert-Jan dat zij niet negatief willen zijn. Jan Dirk: ‘We merken bij raadsleden veel bereidheid om met grote opgaven als de RES aan de slag te gaan. We hebben in ons land een prachtig systeem van representatieve vertegenwoordiging. Juist processen als de RES bieden de kans om de toegevoegde waarde daarvan te laten zien. Een sterke rol van de raad zal besluitvorming over de RES 1.0 en dus de energietransitie ten goede komen. En zorgt er bovendien voor dat de raden zelf in aanzien winnen.’

 

Dit gebeurt er al om volksvertegenwoordigers te betrekken

In diverse RES-regio’s zijn leden van gemeenteraden, Provinciale Staten en algemeen besturen van de waterschappen (AB-leden) al actief betrokken bij de RES. Hieronder een aantal inspirerende voorbeelden.

Midden-Holland wisselt moties uit

De griffiers van de regio Midden-Holland organiseerden een ‘politieke markt’ voor de raadsleden van de vijf betrokken gemeenten. Tijdens deze markt wisselden raadsleden politieke zienswijzen, wensen en bedenkingen uit. Uit de deelsessies kwamen concepten voor gezamenlijke moties voort, die de raadsleden verder konden uitwerken voor de behandeling en vaststelling van de concept-RES in hun eigen gemeenteraad.

Werkgroep RSAB actief in West-Overijssel

Raadsleden, Statenleden en AB-leden vormen in West-Overijssel samen de werkgroep RSAB. De werkgroep versterkt de informatiepositie van de volksvertegenwoordigers in de regio, adviseert de Stuurgroep RES over het formele besluitvormingsproces, stemt agenda’s van raden, Staten en algemeen besturen op elkaar af en bereidt regionale bijeenkomsten voor volksvertegenwoordigers voor. Alles met als doel hen optimaal bij de RES te betrekken.

Statenwerkgroep in Zuid-Holland

Provinciale Staten van Zuid-Holland hebben een Statenwerkgroep RES opgericht. Daar doen de betrokken Statenleden kennis op over het RES-proces en over hoe ze de RES’en in de provincie willen bespreken. Op woensdag 18 november organiseren Provinciale Staten het CongRES: een informatieve bijeenkomst over de RES voor alle volksvertegenwoordigers uit de provincie.

 

Ook het Nationaal Programma RES biedt verschillende kennisproducten om volksvertegenwoordigers te informeren over hun rol in de RES. Deze zijn hier te vinden in de bibliotheek van NPRES.

Afbeeldingen

Cookie-instellingen