Bestaande zekerheden hebben plaatsgemaakt voor onbehagen. Het staat niet meer vast dat je huis warm is en verlicht voor een vaste bijdrage van pak ‘m beet 160 euro aan het energiebedrijf. Voor huishoudens en ook voor veel bedrijven stijgt de energierekening fors als gevolg van de hogere gasprijzen. Mensen willen weten hoe zij hun huis klaar voor de toekomst krijgen. Het isolatiemateriaal is niet aan te slepen, de vraag naar zonnepanelen, warmtepompen en infraroodpanelen is ontploft.
In de energietransitie gaat het vaak over technologie, over integrale ruimtelijke afwegingen en bestuurlijke besluitvorming. Superbelangrijk allemaal, maar het allerbelangrijkste komt te weinig ter tafel: wat willen mensen? Wat kunnen ze en wat doen ze? In deze vraag ligt de sleutel voor het welslagen van de energietransitie.
Het is een wijdverbreid misverstand dat het succes van de grote technologiereuzen begon met een technologiepush. Apple, Uber en Tesla zijn voortgekomen uit het filosoferen over de ideale gebruikerservaring. De technologie is er later bij gehaald. Het internet zélf werd mogelijk door een ideaal: de Europese Raad voor Kernonderzoek (CERN) wilde wereldwijde samenwerking tussen wetenschappers faciliteren. Softwareontwikkelaar Tim Berners Lee schreef het www-protocol om computergebruikers – ongeacht hun technologische voorkeur – met elkaar te laten communiceren.
Voor de energietransitie kunnen we veel leren van de ontwikkeling van het internet. Dat is niet in één keer gebouwd, het is gegroeid uit miljoenen lokale netwerken. Dankzij het protocol van Berners Lee werd het in één klap een wereldwijd web. In de jaren ’90 werd het gebruikt door bedrijven om er hun kleurenfolder op te zetten, je kon surfen dankzij zoekmachines Ilse en Altavista. Fast forward in de geschiedenis zien we dat nu de grote techbedrijven schatrijk worden, gebruikmakend van onze data. Dat willen we niet in de energietransitie.
We willen wel dat huishoudens met een grote mate van zekerheid het licht kunnen aandoen en dat het warm is in de winter. Dat ze tegen een redelijk bedrag aangesloten zijn op een lokaal energienetwerk, dat verbonden is met andere lokale netwerken, ongeacht welke technologie daar ligt. Wat kost dat per maand en wat moet ik daarvoor zelf doen? Gebruikers moeten het snappen en er geen buikpijn van hebben. Redeneren vanuit de beleving. De techniek zoeken we erbij, er bestaat al veel en wat er nog niet is, gaan we uitvinden.
Van het internet leren we dat de overheid in ieders belang het gesprek moet voeren over de governance. Het is cruciaal dat het ‘www-protocol’ voor het verbinden van lokale energienetwerken een open standaard wordt, in eigendom van niemand en bruikbaar voor iedereen. Het moet gaan over publieke waarden, zoals het recht om aangesloten te zijn op een energienetwerk zonder dat iemand er woekerwinst op maakt. De maatschappij, de natuur en het welzijn van mensen verbeteren. Dat is het vertrekpunt van de grote omwenteling waar we voor staan. Het is de taak van overheden om dit proces te sturen en te ondersteunen.
Maar de energietransitie vraagt iets van ons allemaal. Dit begint bij het voeren van het goede gesprek. Welke publieke waarden liggen er onder ons energiesysteem van morgen? Hoe waarborgen we die? Hoe ontwikkelen we lokale energienetten in verbondenheid met elkaar? Wie speelt welke rol en wat kun je zelf doen? Dat gesprek is essentieel voor De wereld van B. Iedereen die verlangt naar een eerlijke, inclusieve en duurzame energietoekomst kan eraan bijdragen. We nodigen je van harte uit om mee te doen!
Arash Aazami is oprichter van Unify.energy en adviseur aan de overheid op het gebied van energie.
Kristel Lammers is directeur van NP RES.
De wereld van B
Denk mee, ontwikkel mee en doe mee! We zoeken samen verder naar oplossingen en antwoorden voor vraagstukken die de energietransitie blokkeren. Ook werken we aan concrete stappen die bijdragen aan die oplossingen.
www.dewereldvanb.nl