In de RES’en staan we voor de uitdaging om steeds meer energie duurzaam op te wekken uit zon en wind. De decentrale technologieën om dit te doen zijn volop voorhanden. Maar het wordt steeds duidelijker dat het alleen toepassen van nieuwe decentrale technologie niet voldoende is. Willen we van de transitie een succes maken, dan moeten we leren begrijpen hoe deze techniek te gebruiken.
Er is een heel mooi filmpje over voormalig premier Wim Kok die met een schoolmeisje samen een e-mail gaat versturen. Aan alles voel je dat Wim dit nog niet vaak heeft gedaan. Na wat omzwervende bewegingen trekt hij de stoute schoenen aan. Niet gehinderd door enige kennis pakt hij de muis die naast de laptop ligt, richt deze op het computerscherm en begint te klikken alsof het een afstandsbediening is.
Wim kijkt naar een nieuwe technologie met oude ogen. En zo vergaat het ons ook. We kijken naar zonnepanelen en zien een energiecentrale zonder uitstoot. Perfect, dat hadden we precies nodig. En we plaatsen ons energienet er vol mee. Maar zonne-energie is geen fossiele energie en zonnepanelen zijn geen energiecentrales. De gevolgen zijn inmiddels duidelijk: ons net slibt dicht en we investeren vele miljarden om weer zonnepanelen aan te kunnen sluiten, tot het net weer vol zit…
De mindmap toont de principes van een decentrale, duurzame energievoorziening en laat zien hoe verschillend deze zijn van de principes van onze centrale, fossiele energievoorziening. Vanuit dit inzicht kunnen we komen tot een toekomstbestendige energievoorziening.
De opbouw van de mindmap
In de mindmap zie je rechts de energievoorziening die nodig is om de duurzame, decentrale energievoorziening (energie opgewekt uit zon en wind) mogelijk te maken. Links zie je onze huidige energievoorziening die we ingericht hebben voor centrale, fossiele energie.
Het onderste deel van de mindmap laat de eigenschappen en consequenties zien van onze energievoorziening die rechtstreeks voortkomen uit de aard van de gebruikte energievormen. Dit zijn de omstandigheden waar we geen invloed op hebben. Zonne-energie is bijvoorbeeld overal aanwezig en heel grillig terwijl gas weliswaar slechts op enkele plekken is te vinden, maar heel constant is. Deze eigenschappen bepalen de keuzes die we vervolgens zelf hebben om onze energievoorziening sociaal, technisch en economisch in te richten. Welke waarden willen we borgen? Welke ontwerpprincipes volgen we? Dit deel waarin keuzes te maken zijn, wordt in het bovenste deel van de mindmap weergegeven.
De inhoud van de mindmap
De eigenschappen van de energievorm
De eigenschappen van duurzame, decentrale energie zijn heel anders dan die van centrale, fossiele energie. Duurzame, decentrale energie winnen we direct bij de bron, terwijl we centrale, fossiele energie uit een buffer halen. Een olie- of gasveld is in de kern niet een bron van energie (alhoewel we dat wel vaak zo zeggen), maar een opslag van miljoenen jaren aan zonne-energie. Hierdoor is het maar op enkele plekken aanwezig, maar wel heel stabiel en makkelijk stuurbaar. Zonne- en windenergie zijn bronnen en zijn juist overal aanwezig, maar zeer grillig en moeilijk stuurbaar.
Consequenties voor de inrichting van onze energievoorziening
Dat de eigenschappen van beide energievormen zo verschillend zijn heeft gevolgen voor de inrichting van onze energievoorziening (de manier waarop we ons als samenleving in onze energie voorzien). Dit komt tot uiting in de uitgangspunten. Deze bepalen wat mogelijk is en wat niet. Vergelijk het met de grond onder onze huizen. Het type grond bepaalt de fundamenten die we gebruiken. We hebben de uitgangspunten te respecteren, willen we een robuuste energievoorziening bouwen.
Dit zijn de uitgangspunten van een duurzame, decentrale energievoorziening:
Het draait om toegang
Het eerste uitgangspunt van duurzame, decentrale energie is dat de energievoorziening draait om toegang tot energie. Wind en zon zijn overal, dus het verdelen van de energie van enkele centrales over vele afnemers zoals dat bij fossiele energie gebeurt, is niet meer logisch. Iemand kan mij wel energie aanbieden, maar het valt toch al gratis in mijn eigen tuin dus waarom zou ik iemand er geld voor geven? Het gaat er om dat de energie die overal aanwezig is toegankelijk wordt en beschikbaar blijft. Ook op het moment dat de bron het even af laat weten.
Lokale, onderlinge afhankelijkheid is een gegeven
In onze centrale, fossiele energievoorziening zijn we gewend dat vele kleine afnemers afhankelijk zijn van enkele centrale leveranciers. Bij duurzame decentrale energie werkt dit anders. Aan de ene kant is de energie overal en door iedereen te winnen, aan de andere kant is een inrichting met miljoenen autonome energie-eilandjes onmogelijk: lang niet iedereen vindt op zijn grondgebied voldoende energie en als dit wel lukt, is volledige autonomie veel duurder -en bovendien kwetsbaarder- dan samenwerken.
Balancering start lokaal
Zon en wind leveren lokaal heel veel energie. Ze zijn echter grillig. Zo schijnt de zon en zo verdwijnt hij achter een wolk. En ook de wind waait niet altijd. Om controle te houden over deze dynamische energiestromen begint het balanceren van het net daarom lokaal, direct bij de bron. De dynamiek wordt zo opgevangen voordat ze een probleem wordt. In onze centrale energievoorziening zijn we het tegenovergestelde gewend: balancering start daar juist centraal.
Energiefuncties in lokale leefomgeving
Doordat duurzame, decentrale energie overal aanwezig is, verschuiven energiefuncties als opwek, opslag en conversie van energie van centrale lagen naar onze lokale leefomgeving. Hierdoor ontstaan allerlei lokale mogelijkheden. Tegelijkertijd betekent het ook dat energiewinning zichtbaar wordt en onze leefomgeving verandert.
De ontwerpprincipes
We zien vijf ontwerpprincipes die samen vorm geven aan een duurzame, decentrale energievoorziening.
1. Economisch: beschikbaarheid creëren
Zon en wind zijn overal aanwezig, maar niet altijd. Toegevoegde waarde zit niet langer in het verdelen van energie van hen die het wel hebben naar hen die het niet hebben. Toegevoegde waarde bestaat uit het creëren van toegang en het houden van die toegang (beschikbaarheid).
2. Sociaal: lokaal eigenaarschap en samenwerking
Iedereen kan van zon en wind profiteren en dat creëert autonomie (we hebben niet langer een centrale leverancier nodig) en eigenaarschap. Tegelijkertijd kan bijna niemand zelfstandig in al zijn energie voorzien. En voor degenen die het kunnen, geldt het als een dure oplossing. Samenwerking is nodig om betaalbare en permanente toegang te garanderen.
3. Systeem: alles draagt bij aan balans
We zijn in ons fossiele energienet gewend ons energiesysteem op centraal niveau te balanceren. Een gascentrale kan eenvoudig worden op- of afgeschakeld en zo voor balans in het hele net zorgen. De zon en de wind zijn niet stuurbaar en zijn bovendien erg grillig en beperkt voorspelbaar. Balancering start daarom lokaal, direct bij de bron. Elke deelnemer aan het energiesysteem -of dat nou een apparaat, huis, mens of gebouw is- streeft daarom naar balans. Onbalans wordt zo opgelost voordat het een probleem kan worden.
4. Techniek: Intelligent benutten van lokale mogelijkheden in een gedistribueerd net
Met de komst van zon en wind verschuiven energiefuncties als opwek, opslag en conversie naar de randen van het energiesysteem. Op lokaal niveau vormen zich volwaardige, intelligente energienetten. Zon en wind dringen bovendien onherroepelijk binnen in onze leefomgeving en vragen om combinaties met andere gebruiksfuncties van deze ruimte.
5. Institutioneel: Maatschappelijke veerkracht
Na een overheid die zich terugtrekt en vertrouwt op de markt, ontstaat in een duurzame, decentrale energievoorziening een heel andere rol voor diezelfde overheid. Ze stimuleert en faciliteert maatschappelijke veerkracht: een maatschappij die op lokaal niveau zelfredzaam is en zonder centrale regie in staat is om in zijn eigen duurzame energie te voorzien.
De waarden die we nastreven
Met onze energievoorziening streven we naar betrouwbaarheid, betaalbaarheid, veiligheid, duurzaamheid en inclusiviteit. De waarden zijn er al langer, wat verandert is de manier waarop we de waarden invullen.
Zo gaat betrouwbaarheid van oudsher over ‘leveringszekerheid’: als ik energie nodig heb, dan moet ik er altijd vanuit kunnen gaan dat me dat direct geleverd wordt. Betrouwbaarheid gaat bij decentrale, duurzame energie met name over beschikbaarheid: als ik energie nodig heb, dan is het voorhanden. Ik betrek het van de zon als die schijnt, de wind als deze waait of uit een batterij als het ’s nacht windstil is. ‘Beschikbaarheidszekerheid’ kan ook betekenen dat mijn auto bij weinig zon thuis wat minder oplaadt, zodat mijn woning zijn reserves zelf kan gebruiken.
Gaat betaalbaarheid bij fossiele energie vooral over een niet te hoge prijs per kilowattuur, bij duurzame energie betreft dit een faire, vaste prijs voor toegang tot een bepaalde bandbreedte aan vermogen.
Duurzaamheid gaat bij decentrale, duurzame energie over hernieuwbaarheid: het gebruiken van energie zonder de energiebron of de aarde uit te putten. De situatie na gebruik minstens zo schoon achter laten als je hem aantrof zeg maar. Onze centrale, fossiele invulling van duurzaamheid is gericht op het verminderen van de uitgestoten CO₂.
In ons centrale, fossiele energiesysteem leeft het principe van inclusiviteit al in het begrip ‘bereikbaarheid’: iedereen heeft op elke locatie in Nederland te allen tijde recht om aangesloten te worden op ons energienet. In een decentrale, duurzame energievoorziening tekent zich een bredere invulling van inclusiviteit af. In gesprekken en onderzoeken komt telkens terug dat mensen willen dat iedereen mee kan doen aan lokale, schone energie en dat ze bereid zijn hier zelf offers voor te brengen.
De nadelen van de energievorm
De nadelen van centrale, fossiele energie mogen bekend zijn. Uitstoot, uitsluiting en uitputting: het zijn allemaal vormen van conflict. Dat conflict komt er in de kern op neer dat dat wat we nemen ten koste van iets of iemand anders gaat.
Ook decentrale, duurzame energie kent nadelen waar we onze ogen beter niet voor sluiten. Veel mensen ervaren onzekerheid in een wereld waar energie decentraal georganiseerd wordt. Eigenaarschap en samenwerken met onze buren kan oncomfortabel voelen en weerstand oproepen. Energiereuzen zijn misschien nooit publiekslievelingetjes geweest, energie leveren doen ze wel en alles werkt zonder dat we er naar om hoeven te kijken.
Ook de impact die duurzame energie op onze zo gekoesterde leefomgeving heeft is een niet te onderschatten factor. Zonne-energie en windenergie zijn lokale energievormen en dus altijd aanwezig in onze directe omgeving. Dit heeft grote voordelen, maar betekent ook dat we moeten afstemmen met ander gebruik van de ruimte en ruimte bij voorkeur veelvoudig moeten gebruiken. Dit vergt dat we met elkaar in gesprek gaan en vanuit wederzijds begrip tot oplossingen komen.
Handige links