Natuurinclusieve Energietransitie voor Wind en Hoogspanning op Land

In Nederland vallen jaarlijks vogel- en vleermuisslachtoffers door (draaiende) windturbines en door hoogspanningslijnen. Ook kunnen windturbines en hoogspanningslijnen leiden tot habitatverlies of gaat er een verstorende barrièrewerking vanuit.

Het Rijk, de Provincies, de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA), TenneT en groene partijen (Vogelbescherming Nederland, Zoogdiervereniging en de Natuur en Milieufederaties) hebben de afgelopen jaren stevig en goed samengewerkt aan het traject Natuurinclusieve Energietransitie voor wind en hoogspanning op land (NIEWHOL). Met NIEWHOL nemen partijen die betrokken zijn bij de energietransitie hun verantwoordelijkheid en spannen zich in om negatieve effecten op vogels en vleermuizen te beperken.

Het doel van dit traject is om te komen tot afspraken waarmee wordt gezorgd voor zowel de doorgang van de ontwikkeling van windparken en hoogspanningsverbindingen op land, als voor een vermindering van de negatieve effecten ervan op de staat van instandhouding van kwetsbare vogels en vleermuizen. Meer windenergie is nodig om de klimaatdoelen te halen en zo mens en natuur – dus ook vogels en vleermuizen – te beschermen.

Hoewel er ook andere, zwaardere drukfactoren zijn, dragen windturbines en hoogspanningsverbindingen bij aan de verslechtering van de staat van instandhouding van vogel- en vleermuissoorten. Een aantal soorten is specifiek kwetsbaar voor windturbines en/of hoogspanningslijnen. Een verslechterende staat van instandhouding is in de eerste plaats nadelig voor het behoud en herstel van de betrokken soorten vogels en vleermuizen. Het is tevens nadelig voor de energietransitie, omdat in algemene zin de juridische ruimte om een nieuw windpark of hoogspanningslijn toe te staan, kleiner wordt naargelang populaties afnemen. Omdat de negatieve effecten voorzienbaar zijn, is de Wet natuurbescherming (in 2022 opgaande in de Omgevingswet) hierop van toepassing, waarvoor Rijk en provincies bevoegd gezag zijn.

Bouwstenen en afspraken

Partijen werken toe naar het sluiten van een akkoord over NIEWHOL. In aanloop daarnaartoe hebben alle betrokken partijen de bouwstenen voor een akkoord vastgesteld en nader uitgewerkt. Deze bouwstenen omvatten afspraken over:

  • mitigerende maatregelen;
  • onderzoek en monitoring;
  • populatieversterkende maatregelen;
  • governance en financiering.

Relatie met RES 1.0

In de planning van het Nationaal Programma Regionale Energie Strategieën (NP RES) is 1 juli 2021 een belangrijke datum. Op deze datum wordt de RES 1.0, met hierin het aanbod ten aanzien van elektriciteit en een Regionale Structuur Warmte, aangeboden aan het NP RES. Na 1 juli 2021 start de volgende fase, namelijk het proces richting de RES 2.0 waarbij zoekgebieden locaties worden en locaties zich ontwikkelen tot concrete initiatieven. Daarnaast zal in veel gemeenten en provincies de RES 1.0 vertaald worden naar omgevingsbeleid. De RES is nooit af. Met het oog op dit voortdurende bestuurlijke en politieke proces en omdat we het over het merendeel van de inhoudelijke zaken eens zijn, vinden de aan NIEWHOL verbonden partijen het van belang om rondom het opleveren van de RES 1.0 het tussentijdse resultaat van het gezamenlijke traject te presenteren.

Hier is daarom de volledige tekst van het bouwstenendocument te vinden. Onderaan deze pagina zijn ook de reeds uitgewerkte bouwstenen te vinden (monitoringsprotocol, projectplan populatieversterkende maatregelen). Aan de andere bouwstenen wordt nog gewerkt (vogeltrekvoorspellingsmodel, onderzoeksprogramma, juridische implementatie), deze zullen op deze pagina worden toegevoegd wanneer ze definitief zijn, waarna ook een definitief akkoord zal worden gesloten.

Ten aanzien het geschetste RES-vervolgproces leveren partijen overigens geen juridisch absoluut verhaal: in het proces van het toetsen van concrete initiatieven aan de natuurregelgeving blijft uiteraard ruimte voor belangenafweging en bezwaar en beroep. Dit laat onverlet dat met de voorliggende gemaakte afspraken en bouwstenen partijen die samen het overgrote deel van de sector omvatten, achter deze aanpak staan.

Hierbij is van belang dat bestuurlijk is afgesproken om, waar dat mogelijk is, al te handelen in de geest van het nog te sluiten definitieve akkoord.

De afspraken in het kort

Mitigatie

concreet betekenen de afspraken over mitigerende maatregelen het volgende:

Voor RES-partners

  • Een zorgvuldige locatiekeuze van windparken en hoogspanningsverbindingen is van groot belang voor het voorkomen van negatieve effecten op vogels en vleermuizen. Het is daarom belangrijk om bij het ontwikkelen en vaststellen van de RES’en ook te voldoen aan de geldende natuurwetgeving en ecologisch gevoelige locaties zo veel mogelijk te vermijden. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de ‘gevoeligheidskaart’ voor vogels (gereed) en inzichten in de verspreiding van vleermuizen in relatie tot locatiekeuze voor windparken (binnenkort beschikbaar).

Voor windontwikkelaars

  • Elk windpark krijgt te maken met generieke mitigerende maatregelen om slachtoffers te vermijden:
  • Een stilstandvoorziening voor trekkende vogels van maximaal 100 uur per jaar per turbine of het equivalent hiervan in energieverlies. Voorwaarde is dat de stilstand ecologisch doelmatig is.
  • Een standaard toepassing van stilstand voor vleermuizen onder bepaalde omstandigheden.
  • Een windpark kan te maken krijgen met aanvullende locatieafhankelijke maatregelen die worden gebaseerd op ecologisch onderzoek.
  • Er komt een monitoringsplicht van minstens drie jaar voor nieuwe windparken.

Onderzoek en monitoring

Partijen hebben een onderzoeksprogramma vastgesteld ten behoeve van vraagstukken waar nog onvoldoende kennis over beschikbaar is, waaronder mitigatie verbonden aan (innovatie) technieken en methoden. Het doel is om enerzijds mitigatie zo effectief mogelijk te laten zijn en anderzijds negatieve effecten beter in beeld te krijgen. Het Rijk draagt de kosten voor dit onderzoek. Provincies nemen het verzamelen en analyseren van monitoringsgegevens van nieuwe windparken op zich.

Populatieversterkende maatregelen

Partijen zoeken naar meekoppelkansen in gebiedsprocessen voor pakketten met populatieversterkende maatregelen ten bate van voor windenergie kwetsbare vleermuis- en vogelsoorten. Meer concreet stellen Natuur en Milieufederaties met Zoogdiervereniging en Vogelbescherming Nederland hiertoe maatregelpakketten op alsmede handreikingen die implementatie helpen vergemakkelijken. Het Rijk draagt hiervan de kosten, provincies staan aan de lat om de maatregelpakketten in het bijzonder mee te koppelen in de gebiedsprocessen voortvloeiend uit de Stikstofverbeteringsmaatregelen.

Heeft u een vraag of wilt u meer informatie? Vul dan het contactformulier in.

NB Het publiceren van bovenstaande informatie op deze website is gedaan om de informatie een groot bereik te geven. Het traject NIEWHOL is echter geen onderdeel van het Nationaal Programma RES. De focus ligt op windenergie en hoogspanning op projectniveau in relatie tot vogels en vleermuizen in algemene zin.

Los van NIEWHOL is NP RES wel een werkgroep ‘Energie, Natuur en Landschap’ gestart. Hierin wordt gekeken naar verschillende energietoepassingen in de RES en de bredere effecten van de RES’en op natuur en landschap.

Afbeeldingen

Registreren

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen