In het Klimaatakkoord is het streven afgesproken naar 50% lokaal eigendom:
Om te bepalen wanneer iets nu wel of niet onder lokaal eigendom valt, hanteren we de definities uit de landelijke Monitor Financiele Participatie van het ministerie van Klimaat en Groene Groei. Deze definities hebben we als NP RES ook opgenomen in het Begrippenkader RES.
We gaan bij lokaal eigendom uit van juridisch eigendom van de productie-installatie (van het zonnepark of de windmolen op land). Zonnedaken vallen niet onder het streven naar lokaal eigendom.
We onderscheiden drie type lokaal eigendom en niet-lokaal eigendom:
Het steven naar lokaal eigendom wordt sinds 2020 jaarlijks gemonitord via de ‘Monitor Financiële Participatie Hernieuwbare Energie op Land’ in opdracht van het ministerie van Klimaat en Groene Groei.
Uit de laatste monitor over 2022 blijkt de volgende stand voor het streven naar lokaal eigendom:
In de begeleidende Kamerbrief geeft de minister voor Klimaat en Energie aan dat de resultaten van de monitor over 2023 (die najaar 2024 wordt verwacht) bepalend zijn of ‘er meer sturend moet worden opgetreden en of een besluit nodig is om lokaal eigendom juridisch te borgen’.
De minister heeft onderzoek laten doen naar de mogelijkheden om het streven naar lokaal eigendom een wettelijke grondslag te geven. Dat onderzoek is met de Kamerbrief van oktober 2023 naar de Tweede Kamer gestuurd.
Monitor Financiële Participatie tot 2019 (Nulmeting)
Actueel Werkwijze Energiesysteem Leefomgeving Participatie Communicatie
Wij helpen je graag verder!
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.