‘Om te veranderen moet je het schuren aangaan’

Iedereen is bezorgd over het klimaat, maar weinig mensen veranderen hun gedrag. ‘Je ergens bewust van zijn en ernaar handelen zijn twee verschillende dingen,’ zegt Reint Jan Renes. Hij leidt de onderzoeksgroep Psychologie voor een duurzame stad van de HvA. Hoe accepteren we verlies?

Thema: Communicatie en participatie
Sessie: Op olifantenjacht met Reint Jan Renes

Trekken aan een tapijt 

‘Het comfort van de status quo is de olifant in de kamer van de energietransitie,’ zegt Renes. Mild drijft hij de spot met het affiche van het congres: constructieve mensen, die keuvelend samenwerken aan een energielandschap onder het motto ‘krachten bundelen in de uitvoering’. ‘Het klinkt positief en gezellig, niemand is ertegen. Maar generiek draagvlak voor iets wil niet zeggen dat mensen individueel in actie komen. Echt samenwerken is in de praktijk weerbarstig, het kost tijd en je kunt niet meer alles op je eigen manier doen.’  

Renes vergelijkt transitie met trekken aan een tapijt waar iedereen nog op staat. ‘Mensen moeten springen om het weg te kunnen trekken, maar er is altijd een groep die niet of te laat springt.’ Een grafiek van de ontwikkeling van CO2 uitstoot sinds de jaren ’60 spreekt boekdelen. Het is een steile curve in weerwil van het grote aantal alarmerende rapporten en wereldwijde klimaatafspraken.  

Redeneertrucs 

Mensen hebben een groot arsenaal van redeneertrucs om eronder uit te komen hun gedrag te veranderen. ‘Kan technologische innovatie ons uit de klimaatcrisis helpen?,’ vroeg premier Rutte een onderzoeker van de HvA. De vraag getuigt van onrealistisch optimisme en geloof dat technologie een oplossing is voor alle problemen, stelt Renes. Hij citeert Mark Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat, die bij een presentatie zei: ‘Het beste tijdperk van de auto ligt nog voor ons.’ Het kabinet is ambivalent in het motiveren van de bevolking, terwijl het voor veranderingen cruciaal is de maatschappelijke norm te stellen. Zoals bij het beleid tegen roken. Het beleid voor duurzame mobiliteit in Nederland is vooral gericht op stimuleren van duurzame alternatieven, maar uit talloze studies blijkt dat daardoor wel het gebruik van OV en deelauto’s toeneemt, maar het aantal privé auto’s vermindert niet. Met vrijblijvende maatregelen is gedrag niet te veranderen, mensen willen houden wat ze hebben. ‘Om te veranderen moet je de status quo aantasten, je moet het schuren aangaan door het ongewenste gedrag te ontmoedigen,’ zegt Renes. 

Een deelnemer in de zaal merkt op dat het in de coronatijd wel lukte om gedrag te veranderen. Hoe kan dat? De minister-president gaf toen een duidelijke boodschap af: we luisteren naar de wetenschap. Corona was bovendien urgent, de klimaatcrisis is een trage crisis. Het effect ligt verder in de toekomst. ‘Dit is voor gedragsverandering een giftig element,’ zegt Renes. Hij herinnert aan de gascrisis van vorig jaar toen ook pijlsnel een nieuwe maatschappelijke norm ontstond.  

Hoe integreer je deze psychologische inzichten over gedrag in beleid? Welke lessen nemen de deelnemers mee? Dit zijn de punten die mensen benoemen: 

  • Alleen stimuleren, subsidiëren en belonen brengt geen verandering. Sancties zijn ook nodig. 
  • Het verlies moet worden geadresseerd, ook al schuurt het. 
  • Bewoners moeten zich eigenaar voelen van het probleem, en niet het slachtoffer.  
  • Rechtvaardige regels en regelingen. 

Link naar presentatie 

 

Afbeeldingen

Cookie-instellingen