Om het nationale doel van tenminste 35 TWh duurzaam opgewekte energie voor 2030 te realiseren, is het nodig dat in januari 2025 de vergunningen voor projecten zijn verleend. Het afgeven van deze vergunningen gaat niet vanzelf.
In het werkblad ‘Van RES naar realisatie’ zijn twee hoofdroutes beschreven om regio’s te ondersteunen bij het stapsgewijs bepalen van hun aanpak.
Lees meer
Een hulpmiddel hierbij is de klantreis "energie als onderdeel van een andere opgave". Daarin is schematisch uiteengezet wat een gemeente op het gebied van energie te doen staat bij andere opgaven, zoals woningbouw, en welke rol de RES-regio's en NP RES daarbij spelen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vijf fases: de ideeënfase; integrale gebiedsgerichte planvorming; onderzoek, locatiekeuze en beleid; een samenhangend ontwerp; de juridische verankering; en de bouw.
De energietransitie zorgt uiteindelijk voor schonere lucht en stillere wegen, maar kan ook ongewenste effecten hebben op natuurwaarden en biodiversiteit. Daarom is het belangrijk om bij projecten oog te hebben voor het versterken van de natuur en voor vernieuwende ruimtelijke inpassing in landschappen en aansluiting op de cultuurhistorische waarden en identiteit van gebieden.
Aandacht voor ruimtelijke kwaliteit vanaf de start van het proces leidt tot meer kwaliteit in de uitvoering. Gemeenten kunnen bestaande ruimtelijke instrumenten hiervoor inzetten aangevuld met bijvoorbeeld financiële instrumenten. Ontwikkelaars kunnen vergoeding krijgen voor aanvullende voorwaarden voor het beter inpassen van wind- en zonprojecten in de omgeving vanaf de SDE-ronde 2024. Hiervoor moeten gemeenten tijdig voorwaarden in vergunningen en beleid opnemen. VNG liet voorbeeldteksten maken voor beleidsregels en vergunningen.
De Natuur- en Milieufederaties maakten voor beleidsmakers, bestuurders en politici een toolbox voor natuurinclusieve energietransitie.
Meer weten?
Een milieueffectrapportage brengt de milieueffecten van een plan of project in beeld, zodat de overheid die mee kan nemen bij haar besluit over het plan of project. De concept-RES en RES 1.0 waren niet MER-plichting. Vanwege nieuwe kaders, inzichten of innovaties kan er sprake zijn van nieuwe of aangepaste ambities. Die landen in de RES Herijking 2.0. Die is vaak wel plan-MER-plichtig. Hierin kent elke regio zijn eigen tempo en ritme. Om de eigen ambitie voor opwek in 2030 te realiseren is het nodig is om in januari 2025 vergunningen voor projecten te verlenen. Dat betekent voor overheden: verankeren van de RES'en in ruimtelijk beleid eind 2023, begin 2024.
Los van een eventuele Herijking, levert elke regio tweejaarlijks – de eerste verscheen in 2023 – op 1 juli een Voortgangsrapportage op. Hierin beschrijft de regio of zij op koers ligt met het realiseren van de ambities uit de RES 1.0. Dit document heeft geen kaderstellend karakter en is daarom niet plan-mer-plichtig.
Een goed ruimtelijk ontwerp kan bijdragen aan grotere maatschappelijke acceptatie van duurzame energieprojecten. Hoe kun je meer kwaliteit toevoegen? Wat is daarvoor nodig? Berenschot deed voor NP RES een verkenning naar instrumenten en praktijkervaringen die hiervoor bouwstenen opleveren.
Stikstofuitstoot is vaak niet helemaal te voorkomen. Toch kun je, blijkt uit praktijkervaringen, door tijdig samen op te trekken stikstofuitstoot soms voorkomen of beperken, waardoor het proces van vergunningverlening zo weinig mogelijk vertraging oploopt. Het belangrijkste advies is: ga vroegtijdig in overleg met de provincie, de betrokken gemeente(n) en andere belanghebbenden. Daarnaast kun je stikstofuitstoot voorkomen of verminderen door het slim benutten van mogelijkheden in wet- en regelgeving.
Ruimte is schaars. Daar waar ruimte schaars is, kun je functies combineren. Dit is onder andere het geval bij zon op dak. Maar zonnepanelen kunnen ook op vuilstortplaatsen, overkappingen van parkeerplaatsen, geluidschermen, distributiemagazijnen, etc.
Het Rijk, provincies (IPO), gemeenten (VNG) en waterschappen (UvW) hebben afspraken gemaakt over het multifunctioneel gebruiken van locaties voor de opwek van zonne-energie. Dat schrijft minister De Jonge (BZK) mede namens minister Jetten (Klimaat en Energie) op 26 oktober 2024 in een kamerbrief.
Met de ‘Voorkeursvolgorde Zon’ is het streven om zonnepanelen in eerste instantie op daken en gevels te plaatsen of in combinatie met ander gebruik. Zonnepanelen op natuur- en landbouwgronden worden zoveel mogelijk beperkt. Voor deze gronden geldt het principe van ‘nee-tenzij’.
NP RES heeft de taak gekregen om de gemaakte afspraken te monitoren en te evalueren.
Actueel Werkwijze Energiesysteem Leefomgeving Participatie Communicatie
Wij helpen je graag verder!
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.